Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 208] [p. 208] In de sneeuw Diepe blanke stilten halen Snaren van verreind verlangen Aan tot hooger luchtger talen Van toekomstige gezangen. Schermt haar in omveilgend bloeien, Al mijn witte en roode droomen, Dat geen ademtocht haar moeie Vóor de jonge koning kome! ... Zullen, ziel, nog eenmaal zaalge Vingerspitsen u bebeven? Zal nog eens uw sterrestraalge Lied door al zijn heemlen zweven?... Lijd in uw versneeuwde tenten Langer niet om 't lang verloorne; Morgen dooit een andre lente, Morgen komt de nieuw verkoorne! Vorige Volgende