Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 201] [p. 201] Zwerverslied Moest zoovele zonnedagen Zich mijn hart onnoodig plagen, Met Verlangen meê te jagen In haar zwerven en haar klagen Om een tijdlijk huis?... Achter open hartedeuren Noodden duizend bonte keuren... In der kaamren klare kleuren, In der hoven zwoele geuren, Nergens vondt ge u thuis! Langs de late schaarsbeschaûwde Lanen huivert de eerste koude, Dieper schijnt de teêrbeblauwde Hemel in doorzichten gouden Avond van het jaar: Ruimer haalt de ziel de luchten Der oneindige genuchten, Als de donkere geruchten Van voorbije vogelvluchten Roepen boven haar. Onbezwaard en ongebogen, Vleugellicht omhoog getogen, Die haar schatten ongewogen In den afgrond veler oogen Gul en gaarne liet, Zweeft ze uit doolhof van Verlangen Waar in diamanten zangen Haar versteende tranen hangen, Weêr het oud Geluk te vangen In het nieuw verschiet. [pagina 202] [p. 202] Zij wier jonge en onbewuste Blijde heimwee niet berustte, Nooit van werelds halve lusten Bloedelooze lippen kuste Aan der wegen rand, Vindt zich uit haar lange zwerven, Na de blinde koorts van derven Eindeloozer toekomst erve, Komend leven, komend sterven Stijgendhellen brand. 't Oog uit eigen droom geheven, Na zijn eerste blinde beven, Groet den andren droom van Leven Onveranderlijk gebleven, Even diep en groot; Ziet in 't licht van voller jaren Raadslen die gescheiden waren, Zich in schooner eenheid paren, 't Lichte leven zich verklaren In den donkren dood. Rapper raapt zij gouden stonden, Luchtger streelt zij langs de blonde Haren, kust de roode monden; Eerder wordt het woord gevonden: Welkom of vaarwel; Rijker trouwer oogen sonden, Heelen gaver liefdes wonden In haar eeuwige verbonden; Weinige uitgezette ponden Meerderen zich snel. [pagina 203] [p. 203] Uit den breeden diepen vrede Van de horizontsche reeden, Uit de sterdoorstraalde steden Van Gods blauwe oneindigheden Luidt de zoete wijs: Al de wonderen van schoone Lichtgeklaarde zuivre tonen Die den stouten zwerver troonen... O alleen de dooden wonen, Maar het leven is op reis! Vorige Volgende