Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] Lethe ‘Hoe over 't brandend blind bazalt Vind ik den weg naar Lethe? - O alles te vergeten Eer de avond valt! Ik weet dat dood en donker komen Als dit schel daglicht is gebluscht, Maar ik wil diepe klare rust En zonder droomen. Voor wie als ik van kind tot knaap, Van man tot grijsaard derven, Voor die is dood en sterven Maar verontruste slaap... De zoete macht tot lach of traan Gaf mij en nam mij 't leven. Alleen mijn oogen bleven Kijken, mijn voeten gaan. Hoe vaak sindsdien waar 'k zat en ging, Is langs mijn wakende oogen De lange trein getogen Van aller lust herinnering. Wat moet ik aldoor zien wat 'k weet? Al 't reddeloos volbrachte, Al 't reddeloos gedachte: Gelijk is wat ik liet en deed! O eer de dood mijn leden bind' En hen voor eeuwig bedde, - Wat zal mijn oogen redden Van dezen droom die immer nieuw begint?: [pagina 200] [p. 200] O blanke ziel, o roode bloed, O hart verdwaald daartusschen, - Wie zal in slaap u sussen Tezamen en voorgoed? Mijn voet kan vóor den avondval Nog vele mijlen reizen, Wil éen den weg mij wijzen Naar Lethes dal. Wie over 't brandend blind bazalt Brengt mij naar Lethe? - O alles te vergeten Eer de avond valt!’ Vorige Volgende