Spel van Platoons leven(1908)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Proloog Lorenzo, wiens verdaagde wederkomst Drie donkre wintermaanden heeft gebeid Uw trouw Firenze als een moeder wacht Den eengen zoon die voor onzeekren tijd Van huis vertrok. Al weet zij zijn afwezigheid Van zijne liefde diepst en teêrst bewijs, Toch weent zij tot zij niet meer weenen kan, Tot aan haar langen dag en langren nacht, (Eén grauwen duur van kleureloos gemis), 't Verleerde weenen zelf lijkt lieve lust... Dan krijgt die moeder haren zoon weêrom En smaakt bezit als nooit geproefde vrucht: Zoo zoet rijpt lange smart tot nieuw geluk! Ook feestelijk Firenze viert den zoon Die het verlangen van zijn hart bedwong, Tot hij met volle handen keeren mocht En stapelen de lang begeerde vrucht, De gulden vrucht van vrede in haren schoot. En nu, met alle broederen der kunst, Ook wij ons schikken tot vertoon van vreugd Om U wien alle kunst steeds vreugde was, [pagina 5] [p. 5] Wagen wij niet met poovre nieuwe vondst Van klein vernuft te treden voor Uw oog, Maar durven beelden in gebrekkig spel Dat langverjaard verhaal uit vroeger eeuw, Waar meest uw eigen ziel zich in verblijdt. De ziel bemint in spiegel van geluk De trekken van haar eigen aangezicht: Een licht herdenken tot den duistren dood, Zooals een ouder man jaloersch bewaart Zijn eigen jeugdig beeld en gaarn bepeinst: ‘Met zoo klare oogen op zoo schoonen tijd Keek ik de heerlijkheid der wereld aan.’ Gij zult den goddelijken Platoon zien, Hoe hij in volheid van zijn rijpe jeugd Zich van de dichtkunst en Melpomene Wendt tot Oerania en Kalliope, Die oudre Moezen die zich meest verstaan Op diepe wijsheids goddelijke reên. Dan toonen we in doorzichtig mimenspel Hoe hij een hoorder wordt van Sokrates, Beluisterend diens dagelijksch gesprek, En hoe zijn heeten dorst naar kennis laaft De murwe honing in diens schamper woord. [pagina 6] [p. 6] En later hoe hij na zijn meesters dood Uit d' eigen drang op verre reizen trekt, En hoe hij in Aigyptos wordt gewijd In Isis' heilige mysteriën. Dan ziet gij hem aan Dionysios' hof In 't zee-omstroomd Sicilië, waar zijn deugd Van stoute oprechtheid enkel wint den toorn Van Syrakoeses vorst en slavernij. En eindlijk keert hij als volwassen man Naar 't oud Athene, en in d' olijvenhof, De Akademeia, onderwijst voortaan Zijn sterke geest tot laten ouderdom Aan 't steeds vernieuwde jongere geslacht De blijde wijsheid die nu nog verkwikt Den geest van al wie naar die diepe bron Den weg vindt en haar heelend water put. Dit zal het een na 't andere tafreel Voorvoeren aan Uw aandacht. Ons is 't wel Als onze stoutheid niet verstoren mag Uw vreugd, Lorenzo, om dees eengen dag! Vorige Volgende