Praeludiën(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] [Zoo valt in droeve deerlijke] ZOO VALT IN droeve deerlijke Schaduwbron Zichzelven te verheerlijken De groote gouden zon. De stralen spelezinken grillig In tintelbad, - Weêrdonkre waatren wellen eeuwigwillig Boven den schat... O hoe na korte glorie keerend duister Bitter smaakt! - Daar is in diepte onpeilbaar door den eevnen luister Wondere wel geraakt: [pagina 114] [p. 114] Die in den middag door de zwoele schaduw reizen Waar de straal zonk, Zij nijgen naar den gladden spiegel, prijzen Den koelen dronk; Zij trekken naar de horizonnen allerwegen Vreemdgesterkt, Dragen ten dood, ten leven meê d' onzichtbren zegen Die in hen werkt. Vorige Volgende