Praeludiën(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] [Hoe schijnt van avondstrand] HOE SCHIJNT van avondstrand Doods overkant Lichter dan heel dit land van leven: Zoo twee jonge oogen sterrestom Zien klaargeheven, Dood, uit uw schemer om. Gij hebt in blind bestaan Uw oud geheim verraên: Geen kan meer in uw duisternis gelooven, Nu ge die helle lampen stal, Die heel de reis door schaduwdal Niet zijn te dooven. O ik dacht altijd wel Menschelijk spiegelspel Al de verschrikking van uw schijndiep duister: [pagina 62] [p. 62] Ons eigen oog ontwolkt De vrees die u bevolkt, Ons adem keert uit u in angstgefluister. Mij is dit licht gezicht Van licht tot lichter licht Door ondiep donker onverstoord gebleven, Voor al komenden tijd O zoete zekerheid: Daar is geen dood, maar enkel leven. Voorgoed bij helder weêr Van droefnis teêr Aan overzij van zeeëruischend klagen, Ligt nu verklaard doods donkre schijn Als eng ravijn Van zomernacht doorzichtig tusschen zomerdagen. Vorige Volgende