Liederen van Isoude
(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend
[pagina 75]
| |
[pagina 76]
| |
Dat al gebeuren
Der dagen wordt
Als nauwlijksch geuren
Van bloem die knopt en dort;
Dat lachen en schreien
En werelds praat
Veilig voorbij en
Over haar henen gaat;
Dat felste schoten,
Beklag en nijd,
Machteloos stooten
Aan dees geborgenheid;
Dat geen beloven
Haar meer verlokt;
Dat dit verdooven
Nooit meer in waken stokt;
| |
[pagina 77]
| |
Dat niets kan storen
Van nu af aan
Haar toebehooren,
Haar innig lenen aan
Deze' onvermoeden
Zaligen nood,
Dit ijl verbloeden,
Dees sluimerlichten dood.
|
|