Liederen van Isoude(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] [Mijn oogen duizlen voor de naakte zon,] Mijn oogen duizlen voor de naakte zon, Mijn voeten wanklen door den wind te waên, Mijn adem durft niet vol omvaên De wijde luchten die hij won. De ziel in mij verroert zich niet. Heur groote vleuglen dekken loom Haar oogen en hun ouden droom Voor dit verblindend nieuw verschiet: Dit wit geluk dat siddrend opengaat, En dat als al geluk zal zijn - Een hel verspiegelende schoone-schijn, Eén lange dronk van ademlichten wijn, Een dagelooze dageraad! Vorige Volgende