Liederen van Isoude(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] [De maan is al boven de seringen;] De maan is al boven de seringen; De stralen hellen de kruinen langs... De nachtegaal houdt zich stil van zingen Tot de hof verlucht staat van haar glans. Tot de donkere tuin als een ijle beker Tintelt vol licht, dofgouden wijn, En als slaapwandelaars onzeker De rozen ontwaken in den schijn... Ik weet niet wat ik meer moet vreezen, De nachtegaal met haar luide klacht, Of de stille maan die droomt volrezen Over de witte rozenpracht... [pagina 17] [p. 17] Laat doof en blind mij - ik kan niet dragen Den telkens valschen dageraad... Wanneer zal eindlijk mijn zon weêr dagen, Die alle schemerschoon verslaat? Vorige Volgende