Lente-maan(1916)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] [Daar opent gaaf volbloeid] Daar opent gaaf volbloeid De zuivre maneroos: Lichtgeur die overvloeit Duin, zee en landen, Bedeinst met gloriën loos De hemelwanden. Een sneeuwen blindheid daalt, Een helle heimlijkheid Die alle dingen straalt Donker doorschijnend: Vormen nog niet bevrijd In zich verdwijnend. [pagina 32] [p. 32] Sluiert zich elk geluid Naar éene groote rust? Of stijgt het eindlijk uit Meest puur, meest eigen Langs den getreden lust Van dit luid zwijgen? Een blank orkest zet in, Gekoelde ijlgulden wijn: Leven zoo zonder zin Als diep noodwendig: Reddloos gelukkig zijn Of alellendig... En als een luchtger last Op kolk van suizlend licht, Door vloed die valt en wast Niet te genaken, Van uw stil aangezicht Het stralend baken. Vorige Volgende