Gegeven keur(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Bij een doode Lief, ik kan niet om hem weenen Waar hij stil en eenzaam ligt In het schoon doorzichtig steenen Masker van zijn aangezicht Dat de dingen er om henen Met zijn bleeke toorts belicht. Lief, ik kan geen tranen vinden Als mijn hart hem elders peist, Waar zijn ziel met de beminde Sterren van den avond rijst En ons, dagelijks verblinden, Hooger wegen wijst. Naar de heemlen van de lage zoden Stijg' de gouden offervlam! Wie kan weenen naar de vroeg vergoden Die de dood ons halen kwam? - Tranen, lief, zijn enkel voor de dooden Die het leven nam. Vorige Volgende