Gegeven keur(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Maanlicht Het maanlicht vult de zuivre heemlen Met glanzende geheimenis, De luisterblauwe verten weemlen Van Die alom en nergens is. Alleen de groote zonnen hangen Als feller kaarsen in dien schijn: De ziel herdenkt heur lang verlangen In nietsverlangend zaligzijn: Alsof van achter diepe slippen Haar dolend tasten eindlijk vond Met hare warme blinde lippen Nog lichter lust dan uwen mond. Weg boven dood en leven zweven Wij op in duizelhellen schrik: O kort en onbegrensd beleven Van eeuwigheid in oogenblik!... Het maanlicht vult de zuivre heemlen Met glanzende geheimenis, De luisterblauwe verten weemlen Van Die alom en nergens is. Vorige Volgende