Carmina(1912)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] Verloren dagen Kon 'k de verloren dagen van mijn leven Zien liggen op den weg gelijk zij vielen, Wat waren zij? - Koornaren door de wielen Verplet in 't slijk insteê van brood te geven? Goudmunten die, verkwist, verschuldigd bleven? Of spatten bloed op misdaads schuwe hielen? Water verspild waarnaar in droom Hels zielen Hunkren met kelen die van dorst verkleven?... [pagina 183] [p. 183] 'k Zie hen hier niet. Maar God weet dat ik weet Wat aangezichten in den dood mij dagen, Elk een vermoord oud zelf, met stervend klagen: ‘Ik was uw vroeger zelf, zie wat gij deedt! En ik!... En ik!...’ (zoo de een na de ander schreit) ‘En gij uw zelf in aller eeuwigheid!’ (D.G. Rossetti) Vorige Volgende