Carmina(1912)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Geestelijk lied Als hij maar van mij is, Als ik mijn hem weet, Als mijn hart tot dood nabij is, Nimmermeer zijn trouw vergeet, Kan geen leed genaken De aandacht mijner liefdeblijde wake. Als hij maar van mij is, Zeg ik 't al vaarwel en ga, Slaaf gelijk geen ander vrij is, Reis ik mijnen meester na, Kan getroost aan andren laten Levens breede lichte volle straten. [pagina 150] [p. 150] Als hij maar van mij is, Slaap ik zorgeloos, En zijns harten warme tij is Mijne lafenis altoos, Tot de teedre dwang dier tochten Heel mijn hart zal kneden en doorvochten. Als hij maar van mij is, Heeft mijn hart al wat het vraagt, Zalig als de serafijn is, Die der Jonkvrouw sluier draagt: Mijn verrukte zinnen Kunnen 't aardsche haten noch beminnen. Waar hij maar van mij is, Staat mijn stad en huis; Alle goed, waar hij van mij is, Komt mij als een erfdeel thuis: Broedren lang verloren Vind ik in zijn jongeren herboren. (Novalis) Vorige Volgende