Carmina(1912)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Hetzelfde lied Altijd (zegt gij) zing ik 't zelfde lied?... Altijd zing ik 't zelfde lied! Zooals de zee, of zij luider en zachter Ruisch' met de winden uit Noorden en Zuiden, Aller eeuwen vreugden en smarten Wacht met den eenderen nimmer beluisterden Zang die alle troost en sterkt Tot den bewogenen vrede van goden, Schoonheid in vreugde, schoonheid in smart - Altijd zing ik 't zelfde lied! [pagina 112] [p. 112] Altijd zing ik 't zelfde lied! Zooals twee wier weinige aardsche jaren Nimmer omvatten het eeuwige wonder Van hunner liefde oneindigheid, Twee die de talen van lippen en oogen en hartslag Maakten tot éen onafgebroken lied van beminnen, Totdat de winden en wouden, de zee en de sterren, Heel de vloed van levens geluiden en al de stilten des levens, Al de afgronden van den dood Stemden mede in hun lied van beminnen, Dat de wereld éen gezang werd Klaar van ondoorgrondlijkheid Als de stille heilge nacht - Altijd zing ik 't zelfde lied! Vorige Volgende