Carmina(1912)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Liedje in den maneschijn Ziet gij wel hoe de maan, als zij wil, Schooner kan zijn dan de gouden zon?... Bloeit zij niet in het nachtlijk gazon Eindlooze wereld licht en stil?... Al de groote sterklokken saam Op haar stengels in 't hemelsche gras Sidderdeinen als ijl gewas Met den zilveren geur van haar aêm... Duizend lieflijke dingen der aard, Die 'k van de zon te weten dacht, Heeft in hun naakte teederste pracht Mij haar zuivere lamp g'openbaard... [pagina 87] [p. 87] 't Simpele wonder waar ik op staar, 't Peilloos somberhel violet Waar uw ziel leeft in gebed - Weet ik van niemand anders dan haar... Ziet gij wel hoe de maan, als zij wil, Schooner kan zijn dan de gouden zon?... Bloeit zij niet in het nachtlijk gazon Eindlooze wereld licht en stil? Vorige Volgende