Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Sint Maarten In 't herfstig ijl geblaêrte Verdiept Uw ver vermoed beleid Met de zon van Sint Maarten Tot zomermilde klaarte Van dadelijke aanwezigheid. De neveldompe doeken Die dekken hart en oogen blind Bij ons verloren zoeken In werelds diepste hoeken, Vergaan zoodra Uw lust ons vindt. Wat komt Uw aandacht plukken Ter leêggerooide tuinderij? Naakt beeft ons rijp verrukken Onder Uw keurend bukken - Toch gaat Gij nog aan ons voorbij. Wij zien Uw oogen streelen Tot in de teêrste vouw en kreuk, Eer straks Uw stormen spelen Met zijn verstrooide deelen, Den gaven rosgebronsden beuk. [pagina 87] [p. 87] Ontstoffelijkt, onwichtig, In blad en tak, in stam en bast Van binnenvuur doorlichtig, Van buitengloed doorzichtig, Staat hij in heerlijkheid verascht. Als cijns uit Uw warande Aanvaarden voor het hoogste goed Uw schaduwlooze handen De vlamgave offerande Van lijf en ziel en hart en bloed. O levens tuin, o oven Waardoor Uw ademen vergaan, Die allen schijnbrand dooven, En elken oergloed stoven Tot onberekenbaar bestaan! Laat teren ons en duren Totdat de laatste zon verblinkt, Door al ons wereldsche uren Als Uwe vreugdevuren, En oogst ons warm en onverminkt! Vorige Volgende