Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Volle zee Hier zijn wij waar 'k u had beloofd Te voeren onder liefdes vlag -: Niets dan zees glansgebroken lach: En tot de laagste ster straalt onverdoofd Boven ons hoofd. Waar straks de dreiging van den tijd Ons in zijn steilen draaikolk sloot, Ligt 't heden uitgevloerd naar de eeuwigheid -: Ons naakt alleen door 't eerlijk morgenrood Leven of dood... Welkom bij god en mensch, op 't hachlijkst pas Zeewaardige éenbond, ziel en zielebruid!... Al kant waar 't zuivere kompas Van uwer oogen straal de richting duidt, Breng ik u uit Naar heilgen lust, naar duizendvouden plicht, Die wachtten ons door de eeuwen heen Nog nooit gesmaakt en nimmermeer verricht -: Al godelach, al menschelijk geween Wordt ons gemeen! [pagina 89] [p. 89] En steeds de toevlucht dezer veilge wijk, De doop der dubbele eenzaamheid, Die tot al taak in liefdes rijk, Eeuwigheidbloesemende tijdlijkheid, Ons sterkt en wijdt... En eens, vóordat voorgoed mijn oog zich sluit - O lang nadat het roer mijn hand ontglee! -, Stuur, als der meeuwen avondroep verluidt, Hierheen, bereid mijn lijf zijn laatste steê In volle zee, Waar zij als eenge konde van Haar dooden 't ruischend grafschrift geeft: Wel hem die als een god hier heeft geleefd, Dat als de dood hem roept, hij sterven kan Gelijk een man! Vorige Volgende