Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Uitblijvende lente Wanneer komt de Westenregen? En de zoele zonneschijn daarop? Honderd wondren winterlijk verzwegen Wachten hartediep in knop. Zooveel jaren die almeer ontvanklijk Uwen bodem murwden voor Gods zaad, Stelden u te hulploozer afhanklijk Van dit aardsch getij en zijn verraad. Wat in liefdes hartdoorzonden morgen Tierde tegen weêr en wind, Moet gij moeizaam nu verspenen en verzorgen, Oud, toekomstverloren kind, Dat voor goed noch gunst u liet bewegen Tot den wereldwijzen doodendans, Altijd klaar om op te wegen Heel uw nooddruft voor de schaamle kans Om nog eenmaal in alzijdsch doordringen, Binnenbloei in buitenbloei verbeeld, Met den nachtegaal verdwaasd te zingen, Door den god in u bespeeld, [pagina 74] [p. 74] Tot hij breekt door de verbroosde wanden Op zijn nieuw gevleugeld pad, En gij zelf vergaat in schoonste schande, Uitgewoond verworpen vat. Vorige Volgende