Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Liedje van de straat Niet veel, en toch oneindig veel, Een aalmoes tot een koninkrijk, Een gift die laat u even arm of rijk, En helpt mij tot mijn onbesombaar deel - Ik vraag niet veel. O woestenij waardoor ik toog Van eender vreemden tot 'k u vond -: Uw ziel lacht aan den dorpel van uw oog; Onmiddlijk uit uw hartegrond Bloeit rood uw mond... Daar bleekt de diepe opalen scheur In 't hart der omme donkerheid: Eén oogenblik weêr kiert de deur Die uit den kerker van den tijd Ergensheen leidt... In tijdeloos vertrouwen leen De gave obool, de penning voor het veer - De goden roepen voor den laatsten keer! -: Eén oogopslag leef met mij zielgemeen En hartgelijk inéen! Vorige Volgende