Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Perelaar De bloesemwitte perelaar Laait uit de dunne schemering In vlammende verheerlijking, Geen boom in bloei meer, maar Een naakte stofontstegen hulk Omhuifd en overstraald Met vuren sneeuw ontdaald Aan blankbestervende avondwolk - Herkent ge uzelf weêrspiegeld, ziel, Die staat in aardsch geluk ontdaan, Uw bloed in bloesem opgegaan Tot dauw die uit den hemel viel? Nog aardewortlend aardevrij, O glimlach lach- en tranenblind, Die liefdes wegen open wint Aan leven en aan dood voorbij... Stil, achter dooven spiegelbrand Vangt ijmker nacht den dagverloren zwerm Der sterrebijen aan den hemelberm In de gekorfde schaduw van zijn hand. Vorige Volgende