Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Avondgloeden Zooals geluk alleen vermag te ontstralen Aan zuiver oog in menschenaangezicht, Zóo, ergens uit onzienlijke oogezalen, Doorvloedt de zaligheid het avondlicht. Dauwmild ontfermen in welks donderloozen Bliksem der dagen kommernis vergaat, Doorbrekend Eden waar in bloei van rozen Al tijdlijk schoon tijloos verheerlijkt staat. En zuiver opgaande uit der lijven stammen Koestren in 't dek van hemellicht verschiet Der zielen koele huivernaakte vlammen Den ranken honger waarin liefde ons liet. Vorige Volgende