Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Bloemen Elk jaar, tot nu toe, bij 't ontwaken vond Op dezen dag ik, naast mijn peel gezet Door teêrste handen, een ontbloeid gebed, Donker gekweekt in zuivren hartegrond, Tot lichtste winterkelken dan ontbloosd - O armste glimlach van dit nieuwe feest Dat zich bedenkt: Hoe lang zijt gij geweest Een dien van lust en leed zijn moeder troost... Uit al den rijkdom dien de dag mij bracht, Ben ik met slechts twee gaven ingegaan Tot de bezinning van den stillen nacht, Twee dingen schoon en simpel en volmaakt, Wier eenvoud mij tot tranen had geraakt, Uw bloemen en de vlekkelooze maan. Vorige Volgende