Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Oogen De schemer die gestadig Over mijn oogen dicht, Breekt als een wolk weldadig In dauw van aldoorvloeiend licht. Of door de strakke weiden Van zonneblinde lucht De blonde bloei zou breiden Van dagverloren sterrenvlucht, Zoo uit zijn luwe dekking Mijn oog verhelderd ziet In lentelijke ontwekking De diepe tuinen van 't verschiet... O horizon van oogen, Op Gods onpeilbaarheid In ommegaande bogen Uitzicht ondeelbaar saamgereid Uit watereêlste steenen, Elk in zijn zuivre kleur, In lachen en in weenen Tot vensteren doorschenen Op alle goddelijk gebeur... [pagina 38] [p. 38] De heemlen schijnen binnen In 't schaduwbloede hart, Der ziele vleuglen zinnen In onbegrensd beminnen Gaan op in lichtste vreugd en smart... Niets kan van u ontluistren Mijn overvloed en nood, O oogen niet te duistren Door 't leven en niet door den dood! Vorige Volgende