Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Dom van melken licht Dom van melken licht, Zon- en schaduwdicht, Staat de stille dag in effen wolkenspanning opgericht - Als een roos die zwelt In haar knop bekneld, Woelt onrustigblind verlangen naar geluksbloei hartvoorspeld - Tot de Westerwand Instort in den brand Van het gouden zonnewrak dat in de kimmebank verzandt: Gloed waarin verteert Elke schijn die weert 't Uitzicht op den ongenaakbren hof waar god en mensch verkeert - -: Halverwegen ver, Tweeling-avondster, Wenkt de weemoed uwer oogen, en hun stralen wijzen er [pagina 29] [p. 29] 't Pad ontwijfelbaar Tot den ingang waar Geen ziel doordringt buiten aardscher schoonheid heilgen middelaar: Mond en oog gekust In zoo zuivren lust Dat de vlam in vleuglen uitslaat, slechts in zaligheid gebluscht. Vorige Volgende