Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Leed en geluk Leed is het kleed Dat ziel niet aflegt vóor zij het versleet, Een kleed met 't slapengaan niet uit te trekken. En al uw warmgevoerde pracht Van heerlijkheid haar toegedacht Reikt niet het te overschaadwen of te dekken... Toch, nachtegaal, zing voort! Geluk is 't éene woord Dat haar slaapwandlend hart vermag te raken... Daar waakt het tot nieuw leven op: Als roos die berst uit rozeknop, Zwelt het al vreemde windselen te slaken... Geduld, geduld, geduld...! In schoonheid nieuwvervuld, Niet anders mag zij u behooren... Reeds schift de volle schaduwkring: Geleidelijk uit haar verduistering Treedt weêr de gave maan tevoren. Vorige Volgende