Ex toto corde(1964)–Louis de Bourbon– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Uit Halverwege Weerzien van ‘Henegau’ In vriendschap opgedragen aan Zijne Excellentie L. Roppe Gouverneur van Limburg De prille, kuise jeugd, dat schoonste der seizoenen, bracht mij den lente-droom van 't hagelwit kasteel de oprijlaan, het bos, de vruchttuin en de bloemen, het bloeiende gazon, het kleine lustprieel. Ook in het leven volgt op het jong seizoen de zomer, waarvan de gloed in stervend paars verbloeit; mij heeft de rol van prinselijken dromer tot in de kernen van het hart vermoeid. En ik ging, vergrijsd, weerom naar het kasteel der dromen maar vond het bos verwoest, de bloemenhof vergaan de dag was grauw, de regen viel bij stromen. De muur, zo smetteloos, tot somber grauw verscho- ten 't gazon verdord, vermolmd de bomen van de laan, o jeugd's kasteel, o droom, Uw luiken zijn gesloten. Vorige Volgende