Ex toto corde(1964)–Louis de Bourbon– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Het dodenhuis In memoriam matris Een zoete lucht was in het huis een herfstlucht van bedorven blaren en waar twee mensen samen waren klonk achter ieder woord geruis dat vreemd was aan hun stem en ook mijn vader had een paar gebaren die hij niet kende - een verwonderd staren naar dingen achter glas en rook. De schemering keek door het grote raam een koopman keerde huiswaarts met zijn waren, zijn moedeloze stap - als liep hij jaren zonder verpozen - klaagde het leven aan. Waarom ben ik toen opgestaan? Waarom de donkre gangen doorgelopen? Welk noodlot deed de deur dier kamer open? - Daar lag een stenen vrouw en keek mij aan! Vorige Volgende