De heilige engelen
De onzichtbare schepping, welke wij in de geloofsbelijdenis noemen als een maaksel van Gods almacht, zijn de engelen. Hun bestaan is ons geopenbaard in de heilige Schrift. Enkelen van de schrijvers der heilige boeken hebben de heerlijkheid des hemels aanschouwd; Isaias en Ezechiël beschrijven haar in hun profetieën, de apostel Joannes in zijn Openbaring. Onmachtig waren zij in menselijke woorden uit te drukken wat zij hadden gezien; zij schrijven over de nimmer eindigende dreun van de hemelse lofzang, zij noemen de zeven die staan voor Gods troon, de levende wezens in het diepst van het heiligdom, de vier en twintig oudsten als een lijfwacht rond Hem die zit op de troon en het geslachte Lam. Geheel onstoffelijk zijn de engelen; voortdurend leven zij in de aanschouwing van God, wiens heerlijkheid in hun wezen wordt weerspiegeld.
De engelen, hoe verheven ook, zijn schepselen gelijk wij. Wij kennen zelfs de niet te noemen naam van een, die is gevallen en in zijn val een legioen in de afgrond heeft meegesleurd; hij gaat rond om ook de mensen te verderven, en alleen de wapenrusting van Christus is tegen zijn aanvallen bestand.
De hoge roeping der hemelse geesten is dat zij onafgebroken Gods heerlijkheid bezingen; hun hemelse liturgie is het voorbeeld van de eredienst hier op aarde. Vervolgens gebruikt God hen als zijn boden; in de heilige geschiedenis vinden wij hiervan vele voorbeelden. Naar aanleiding van dit ambt noemen wij hen ‘engelen’ (dit is: boodschappers of herauten) en beeldt de christelijke kunst hen af met vleugelen, om op deze wijze hun bereidvaardigheid aan te duiden als dienstknechten des Heren. Ten slotte geloven wij dat tussen de hemelse geesten en de mensen op aarde een geheimzinnige verhouding bestaat, en dat God aan de engelen een taak heeft gegeven met betrekking tot de verwerkelijking van het heil zowel in de gehele wereld als in ieder van ons afzonderlijk (Hebr. 1, 14). Daarom eren wij de bewaarengelen, aan wier bijstand wij door Gods voorzienigheid in het bijzonder zijn toevertrouwd en die al onze gebeden en goede gedachten dragen tot voor de troon in het hoogst des hemels.
Sint Paulus noemt ons enkele orden van hemelse geesten (Col.