tot den dienaar: Uit ongerepte schoot hoe kan, verklaar het mij, een Zoon geboren worden? Tot haar, hoewel in vreze, sprak hij roepend:
Gegroet, ingewijde in onzegbare raadslag; gegroet, geloof van wie bidden in stilte.
Gegroet, aanvang der wonderen Christi; gegroet, hoofdsom van zijn leringen.
Gegroet, hemelse ladder, waarlangs God is afgedaald; gegroet, brug welke die van de aarde ten hemel leidt.
Gegroet, wijd befaamde verbazing der engelen; gegroet, tranenbrengende wonde der duivels.
Gegroet, die op onzegbare wijze het Licht hebt gebaard; gegroet, die niemand het hoe hiervan hebt doen kennen.
Gegroet, die der wijzen wetenschap te boven gaat; gegroet, die het inzicht der gelovigen verlicht.
Gegroet, ongehuwde bruid.
Kracht des Allerhoogsten heeft toen overschaduwd en doen ontvangen die geen huwelijk kende, en heeft haar vruchtbare schoot getoond als liefelijke akker aan allen die heil willen oogsten, terwijl zij zingen: Alleluja.
God dragend in haar schoot, ijlde de Maagd naar Elisabeth, wier kind haar groetenis aanstonds heeft herkend en blijde, toen het opsprong, als in liederen, riep tot de Moeder Gods:
Gegroet, rank van onverwelkbaar ontspruiten; gegroet, oogst van onbederfelijke vrucht.
Gegroet, die op uw akker teelt den teler, minnaar der mensen; gegroet, die verwekt den verwekker van ons leven.
Gegroet, land dat bloeit in weelde van ontferming; gegroet, tafel welke rijkdom van genade draagt.
Gegroet, want gij doet groenen de beemden der vreugde; gegroet, want gij bereidt de haven der zielen.
Gegroet, gevallige wierook van voorspraak; gegroet, verzoening van geheel de wereld.
Gegroet, Gods welgevallen jegens de stervelingen; gegroet, der stervelingen vrijmoedigheid voor God.
Gegroet, ongehuwde bruid.
Vloed van twijfels in zich dragend, ontstelde de wijze Joseph als hij naar u, ongehuwde, zag en heimelijk gehuwd u heeft verdacht, onschuldige; maar lerend uw ontvangenis uit Heiligen Geest, sprak hij: Alleluja.
De herders vernamen hoe de engelen bezongen de komst van Christus in het vlees, en heengeijld als naar hun herder, hebben zij aanschouwd Hem, Lam zonder vlek, weidend op Maria's schoot; en haar lofzingend spraken zij:
Gegroet, Moeder van Lam en van Herder; gegroet, van geestelijke schapen de stal.
Gegroet, bolwerk tegen onzichtbare vijanden; gegroet, ontsluiten der poorten van het paradijs.
Gegroet, want het hemelse verheugt zich met de aarde; gegroet, want het aardse jubelt met de hemelen.