| |
Getijden op het feest van het moederschap van de heilige maagd Maria
De Eerste Vespers op 10 October zijn gelijk aan de Vespers op de feestdag, bladz. 1057, behalve de antifoon bij de lofzang Magnificat die daar is aangegeven.
| |
De lauden
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
BEATA es, * Virgo Maria, quae omnium portasti Creatorem. |
ZALIG zijt gij, * Maagd Maria, die den Schepper van het heelal hebt gedragen. |
De psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
2 Ant. Genuisti * qui te fecit, et in aeternum permanes Virgo. |
2 Ant. Gij hebt gebaard * Hem die u maakte; en in eeuwigheid blijft gij Maagd. |
3 Ant. Cum essem parvula, * placui Altissimo, et de meis visceribus genui Deum et hominem. |
3 Ant. Toen ik een meisje was, * heb ik den Allerhoogste behaagd, en uit mijn schoot heb ik den Godmens gebaard. |
| |
| |
4 Ant. Gezegend zijt gij, * dochter, door den Heer, want door u hebben wij deel gekregen aan de vrucht des levens. |
4 Ant. Benedicta filia * tu a Domino, quia per te fructum vitae communicavimus. |
5 Ant. Haar aanschouwen * de dochters van Sion; zij spreken haar zalig, en de koninginnen prijzen haar. |
5 Ant. Viderunt eam * filiae Sion, et beatam dixerunt, et reginae laudaverunt eam. |
| |
Kapittel Eccli. 24, 12-13
Hij die mij schiep, kwam rusten in mijn tent, en zeide mij: Ga wonen in Jacob, en schiet wortel onder mijn uitverkorenen. ℟. Gode zij dank. |
Qui creavit me, requievit in tabernaculo meo, et dixit mihi: In Jacob inhabita, et in electis meis mitte radices. ℟. Deo gratias. |
| |
Lofzang
U, die Gods milde Moeder zijt,
bidden wij allen nederig,
dat g'in uw schaduw ons voor list
des duivels in bescherming neemt. |
Te Mater alma Numinis,
oramus omnes supplices,
a fraude nos ut daemonis
tua sub umbra protegas. |
Om wille van der mensen val
door schuld van eersten vader, heeft
de hoogste Vorst verheven u
tot rijke sier van 't Moederschap. |
Ob perditum nostrum genus
primi parentis crimine,
ad inclytum Matris decus
te Rex supremus extulit. |
Zie in uw goedheid daarom naar
Adams gevallen kinderen;
door u verheden moog' de Zoon
vergeten toorn en wraakgericht. |
Clementer ergo prospice
lapsis Adami posteris:
a te rogatus Filius
deponat iram vindicem. |
Jesus, aan U zij heerlijkheid,
die zijt geboren uit de Maagd,
met Vader en met milden Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Jesu, tibi sit gloria,
qui natus es de Virgine,
cum Patre et almo Spiritu,
in sempiterna saecula. |
Amen. |
Amen. |
℣. Ontsproten is de wortel van Jesse; de ster uit Jacob is opgegaan. ℟. De Maagd heeft den Verlosser gebaard; U loven wij, onze God. |
℣. Germinavit radix Jesse: orta est stella ex Jacob. ℟. Virgo peperit Salvatorem: te laudamus, Deus noster. |
Ant. Heilige Maria, * kom de ongelukkigen te hulp, steun de |
Ant. Sancta Maria, * succurre miseris, juva pusil- |
| |
| |
lanimes, refove flebiles, ora pro populo, interveni pro clero, intercede pro devoto femineo sexu: sentiant omnes tuum juvamen, quicumque celebrant tuam admirabilem Maternitatem. |
kleinmoedigen, troost de bedroefden, bid voor het volk, wees een voorspraak voor de geestelijkheid, spreek ten beste voor het godvruchtig geslacht der vrouwen; mogen allen uw bijstand ervaren, die uw bewonwonderenswaardig Moederschap vieren. |
Lofzang Benedictus, bladz. 1089.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, qui de beatae Mariae Virginis utero Verbum tuum, angelo nuntiante, carnem suscipere voluisti: praesta supplicibus tuis; ut, qui vere eam Genitricem Dei credimus, ejus apud te intercessionibus adjuvemur. Per eundem Dominum nostrum. |
Laat ons bidden. - God, die wilde dat uw Woord op de boodschap des engels het vlees aannam uit de schoot van de zalige Maagd Maria; verleen ons op ons smeken: dat wij die haar gelovig erkennen als Moeder van God, door haar voorspraak bij U worden geholpen. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
| |
De vespers
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
BEATA es, * Virgo Maria, quae omnium portasti Creatorem. |
ZALIG zijt gij, * Maagd Maria, die den Schepper van het heelal hebt gedragen. |
De psalmen van de Vespers ter ere van de heilige Moeder Gods, bladz. 1111.
2 Ant. Genuisti * qui te fecit, et in aeternum permanes Virgo. |
2 Ant. Gij hebt gebaard * Hem die u maakte; en in eeuwigheid blijft gij Maagd. |
3 Ant. Cum essem parvula, * placui Altissimo, et de meis visceribus genui Deum et hominem. |
3 Ant. Toen ik een meisje was, * heb ik den Allerhoogste behaagd, en uit mijn schoot heb ik den Godmens gebaard. |
4 Ant. Benedicta filia * tu a Domino, quia per te fructum vitae communicavimus. |
4 Ant. Gezegend zijt gij, * dochter, door den Heer, want door u hebben wij deel gekregen aan de vrucht des levens. |
| |
| |
5 Ant. Haar aanschouwen * de dochters van Sion; zij spreken haar zalig, en de koninginnen prijzen haar. |
5 Ant. Viderunt eam * filiae Sion, et beatam dixerunt, et reginae laudaverunt eam. |
| |
Kapittel Eccli. 24, 12-13
Hij die mij schiep, kwam rusten in mijn tent, en zeide mij: Ga wonen in Jacob, en schiet wortel onder mijn uitverkorenen. ℟. Gode zij dank. |
Qui creavit me, requievit in tabernaculo meo, et dixit mihi: In Jacob inhabita, et in electis meis mitte radices. ℟. Deo gratias. |
Lofzang Ave maris stella, bladz. 1177.
℣. Gezegend zijt gij onder de vrouwen. ℟. En gezegend is de vrucht van uw schoot. |
℣. Benedicta tu in mulieribus. ℟. Et benedictus fructus ventris tui. |
Ant. Uw Moederschap, * Moeder Gods en Maagd, heeft blijdschap verkondigd aan geheel de wereld; want uit u is opgegaan de Zon der gerechtigheid, Christus onze God. |
Ant. Maternitas tua, * Dei Genitrix Virgo, gaudium annuntiavit universo mundo: ex te enim ortus est sol justitiae, Christus Deus noster. |
In de EERSTE VESPERS op 10 October:
Ant. Met vreugde * laat ons vieren het Moederschap van de heilige Maria altijd Maagd. |
Ant. Cum jucunditate * Maternitatem beatae Mariae semper Virginis celebremus. |
Lofzang Magnificat, bladz. 1118.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
|
Laat ons bidden. - God, die wilde dat uw Woord op de boodschap des engels het vlees aannam uit de schoot van de zalige Maagd Maria; verleen ons op ons smeken: dat wij die haar gelovig erkennen als Moeder van God, door haar voorspraak bij U worden geholpen. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
Oremus. - Deus, qui de beatae Mariae Virginis utero Verbum tuum, angelo nuntiante, carnem suscipere voluisti: praesta supplicibus tuis; ut, qui vere eam Genitricem Dei credimus, ejus apud te intercessionibus adjuvemur. Per eundem Dominum nostrum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
Onze Vader. |
Pater. |
De Heer geve ons. |
Dominus det nobis. |
En tot slot de antifoon Salve Regina, bladz. 202.
|
|