| |
Getijden van de gedachtenis der heilige Moeder Gods onder de titel van Onze Lieve Vrouw van de rozenkrans
(7 October)
Over de Rozenkrans zie bladz. 1155. - Het feest van 7 October is ingesteld door paus Gregorius XIII ter herinnering aan de beslissende overwinning, welke de christen legers op die dag van het jaar 1571 in de zeeslag bij Lepanto op de Turken hebben behaald. Na een nieuwe zegepraal over de Turken, welke prins Eugenius in het jaar 1716 te Peterwardein behaalde, heeft paus Clemens XI het feest tot de gehele Kerk uitgebreid.
| |
De eerste vespers
Op 6 October bidden wij de Eerste Vespers, welke gelijk zijn aan de Vespers op 7 October, bladz. 1051, behalve de lofzang en de antifoon bij Magnificat:
| |
Lofzang over de blijde geheimen
De bode van het hemels hof
ontsluit het diepst geheim van God,
en groet ‘vol van genade’ haar
die Moeder is van God en Maagd. |
Caelestis aulae nuntius,
arcana pandens Numinis,
plenam salutat gratia
Dei Parentem Virginem. |
De Maagd snelt heen naar hare nicht,
de moeder van Joannes, die
opspringend in zijn moeders schoot
d'aanwezigheid van Christus meldt. |
Virgo propinquam sanguine
matrem Joannis visitat,
qui clausus alvo gestiens
adesse Christum nuntiat. |
Het Woord, voor alle eeuwigheid
in 't diepst des Vaders voortgebracht, |
Verbum, quod ante saecula
e mente Patris prodiit, |
| |
| |
e Matris alvo Virginis
mortalis Infans nascitur. |
wordt uit de schoot der Moedermaagd
geboren als een sterf'lijk Kind. |
Templo puellus sistitur,
legique paret Legifer,
hic se Redemptor paupere
pretio redemptus immolat. |
Als kind ten tempel ingebracht,
vervult de Wetgever de wet;
hier offert de Verlosser Zich,
verlost zelf door der armen prijs. |
Quem jam dolebat perditum,
mox laeta Mater invenit
ignota doctis mentibus
edisserentem Filium. |
Hem dien verloren reeds betreurd,
vindt dra de blijde Moeder weer,
den Zoon, die aan de leraren
de ongeweten wijsheid leert. |
Jesu, tibi sit gloria,
qui natus es de Virgine,
cum Patre et almo Spiritu,
in sempiterna saecula. |
Jesus, aan U zij heerlijkheid,
die zijt geboren uit de Maagd,
met Vader en met milden Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Amen. |
Amen. |
℣. Regina sacratissimi Rosarii, ora pro nobis. ℟. Ut digni efficiamur promissionibus Christi. |
℣. Koningin van de heiligste Rozenkrans, bid voor ons. ℟. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus. |
Ad Magn. Ant. Beata es, * Virgo Maria, Dei Genitrix, quae credidisti Domino; perfecta sunt in te quae dicta sunt tibi; intercede pro nobis ad Dominum Deum nostrum. |
Ant. bij Magn. Zalig zijt gij, * Maagd Maria, Moeder van God, dat gij den Heer hebt geloofd; voltrokken is in u hetgeen u is gezegd; spreek ten beste voor ons bij den Heer onzen God. |
| |
De lauden
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
LAETARE, * Virgo Maria; surrexit Christus de sepulcro. |
VERHEUG u, * Maagd Maria; Christus is verrezen uit het graf. |
De psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
2 Ant. Ascendit Deus * in jubilatione, et Dominus in voce tubae. |
2 Ant. God steeg op * onder gejubel, en de Heer onder bazuingeschal. |
3 Ant. Spiritus Domini * replevit orbem terrarum. |
3 Ant. De Geest des Heren * heeft het aardrijk vervuld. |
4 Ant. Assumpta est * Maria in caelum; gaudent |
4 Ant. Opgenomen is * Maria ten hemel; de engelen verblij- |
| |
| |
den zich, zij prijzen en zegenen den Heer, alleluja. |
Angeli; laudantes benedicunt Dominum, alleluja. |
5 Ant. Verheven is * de Maagd Maria boven de koren der engelen, en twaalf sterren omkransen haar hoofd. |
5 Ant. Exaltata est * Virgo Maria super choros Angelorum, et in capite ejus corona stellarum duodecim. |
| |
Kapittel Eccli. 24, 25; 39, 17
In mij is de genade van alle weg en waarheid; in mij is alle hoop op leven en deugd; ik ben gelijk een roos die, geplant aan waterstromen, bloesem heb gedragen. ℟. Gode zij dank. |
In me gratia omnis viae et veritatis, in me omnis spes vitae et virtutis: ego quasi rosa plantata super rivos aquarum fructificavi. ℟. Deo gratias. |
| |
Lofzang over de glorievolle geheimen
Verpletterd is de dood; als held
keert Christus uit de hel weerom;
brekend de boei van oude schuld,
ontsluit Hij wijd de hemelpoort. |
Jam morte victor obruta
ab inferis Christus redit,
fractisque culpae vinculis
caeli recludit limina. |
Na rondgegaan te zijn een wijl'
op aard, stijgt Hij ten hemel op,
en zetelt aan zijns Vaders hand,
deelhebbend aan diens heerlijkheid. |
Visus satis mortalibus
ascendit ad caelestia,
dextraeque Patris assidet
consors paternae gloriae. |
De Geest dien Hij hun geven zou,
naar Hij den zijnen had beloofd,
daalt nu in liefdes vuren tong
als regen op hun droefheid neer. |
Quem jam suis promiserat,
Sanctum daturus Spiritum,
linguis amoris igneis
maestis alumnis impluit. |
De Maagd, van last van vlees verlost,
wordt nu ten hemel ingeleid,
ontvangen door der heem'len lof
en door de zang van 't eng'lenkoor. |
Soluta carnis pondere
ad astra Virgo tollitur,
excepta caeli jubilo
et Angelorum canticis. |
Tweemaal zes sterren rijen zich
om 't hoofd der liefelijke Maagd,
waar, zetelend naast haren Zoon,
zij al 't geschapene regeert. |
Bis sena cingunt sidera
almae Parentis verticem:
throno propinqua Filii
cunctis creatis imperat. |
| |
| |
Jesu, tibi sit gloria,
qui natus es de Virgine,
cum Patre et almo Spiritu,
in sempiterna saecula. |
Jesus, aan U zij heerlijkheid,
die zijt geboren uit de Maagd,
met Vader en met milden Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Amen. |
Amen. |
℣. Elegit eam Deus, et praeelegit eam. ℟. Et habitare eam fecit in tabernaculo suo. |
℣. God heeft haar verkozen en haar voorbestemd. ℟. En haar doen wonen in zijn tent. |
Ant. Solemnitatem hodiernam * sacratissimi Rosarii Genitricis Dei Mariae devote celebramus, ut ipsa pro nobis intercedat ad Dominum Jesum Christum. |
Ant. Laat ons met godsvrucht vieren * het huidig feest van de heiligste Rozenkrans van de Moeder Gods Maria; opdat zij voor ons ten beste spreke bij den Heer Jesus Christus. |
Lofzang Benedictus, bladz. 1089.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, cujus Unigenitus per vitam, mortem et resurrectionem suam nobis salutis aeternae praemia comparavit: concede, quaesumus; ut haec mysteria sacratissimo beatae Mariae Virginis Rosario recolentes, et imitemur quod continent, et quod promittunt, assequamur. Per eundem Dominum. |
Laat ons bidden. - God, wiens eniggeboren Zoon ons door zijn leven, dood en verrijzenis het loon van de eeuwige zaligheid heeft verdiend; verleen, vragen wij, dat wij door de overweging van deze geheimen bij de heiligste Rozenkrans van de zalige Maagd Maria, mogen navolgen wat zij bevatten, en verkrijgen wat zij beloven. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
| |
De vespers
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
QUAE est ista, * speciosa sicut columba, quasi rosa plantata super rivos aquarum? |
WIE is deze, * schoon als een duif, en gelijk aan een roos die geplant is aan waterbeken. |
De psalmen zoals op de feesten van de heilige Moeder Gods, bladz. 1111.
2 Ant. Virgo potens, * sicut turris David: mille |
2 Ant. Maagd, die machtig zijt, * gelijk de toren van David; |
| |
| |
duizend schilden hangen er uit, al de wapens der sterken. |
clypei pendent ex ea, omnis armatura fortium. |
3 Ant. Wees gegroet, Maria, * gij zijt vol van genade; de Heer is met u; gezegend zijt gij onder de vrouwen. |
3 Ant. Ave, Maria, * gratia plena, Dominus tecum, benedicta tu in mulieribus. |
4 Ant. Gezegend heeft u * de Heer in zijn kracht; want door u heeft Hij onze vijanden ten onder gebracht. |
4 Ant. Benedixit te * Dominus in virtute sua, quia per te ad nihilum redegit inimicos nostros. |
5 Ant. Haar zagen * de dochters van Sion bloeien te midden van rozen, en allerzaligst prezen zij haar. |
5 Ant. Viderunt eam * filiae Sion vernantem in floribus rosarum, et beatissimam praedicaverunt. |
| |
Kapittel Eccli. 24, 25; 39, 17
In mij is de genade van alle weg en waarheid; in mij is alle hoop op leven en deugd; ik ben gelijk een roos die, geplant aan waterstromen, bloesem heb gedragen. ℟. Gode zij dank. |
In me gratia omnis viae et veritatis, in me omnis spes vitae et virtutis: ego quasi rosa plantata super rivos aquarum fructificavi. ℟. Deo gratias. |
| |
Lofzang
¶ Tekst met melodie op bladz. 1551.
U, jubelend aan vreugden rijk,
u, die van smarten zijt doorwond,
u, glorievol in eeuwigheid,
Moeder en Maagd, bezingen wij. |
Te gestientem gaudiis,
te sauciam doloribus,
te jugi amictam gloria,
o Virgo Mater, pangimus. |
Gegroet, van blijdschap overstroomd,
als gij ontvangt, als gij bezoekt,
als gij uw Kind baart, offert, vindt,
o Moeder zalig bovenal. |
Ave, redundans gaudio,
dum concipis, dum visitas,
et edis, offers, invenis,
Mater beata, Filium. |
Gegroet, wanneer uw droevig hart
doorleeft de doodsstrijd van uw Zoon,
de gesels, doornen en het kruis,
der martelaren Koningin. |
Ave, dolens, et intimo
in corde agonem, verbera,
spinas, crucemque Filii
perpessa, princeps martyrum. |
Gegroet, wanneer uw Zoon verwint,
bij 't vlammen van den Paracleet, |
Ave, in triumphis Filii,
in ignibus Paracliti, |
| |
| |
in regni honore et lumine,
regina fulgens gloria. |
in vorstelijke eer en licht,
vorstin in glans van heerlijkheid. |
Venite, gentes, carpite
ex his rosas mysteriis,
et pulchrae amoris inclytae
Matri coronas nectite. |
Komt volkeren, plukt uit de schat
dezer geheimen roos na roos;
vlecht kransen voor haar die alom
Moeder van liefde wordt geroemd. |
Jesu, tibi sit gloria,
qui natus es de Virgine,
cum Patre et almo Spiritu,
in sempiterna saecula. |
Jesus, aan U zij heerlijkheid,
die zijt geboren uit de Maagd,
met Vader en met milden Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Amen. |
Amen. |
℣. Regina sacratissimi Rosarii, ora pro nobis. ℟. Ut digni efficiamur promissionibus Christi. |
℣. Koningin van de heiligste Rozenkrans, bid voor ons. ℟. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus. |
Ant. Beata Mater * et intacta Virgo, gloriosa Regina mundi, sentiant omnes tuum juvamen, quicumque celebrant tuam sacratissimi Rosarii solemnitatem. |
Ant. Zalige Moeder * en ongerepte Maagd, glorievolle Koningin der wereld, mogen uw bijstand ondervinden allen die het feest van uw heiligste Rozenkrans vieren. |
Lofzang Magnificat, bladz. 1118.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, cujus Unigenitus per vitam, mortem et resurrectionem suam nobis salutis aeternae praemia comparavit: concede, quaesumus; ut haec mysteria sacratissimo beatae Mariae Virginis Rosario recolentes, et imitemur quod continent, et quod promittunt, assequamur. Per eundem Dominum. |
Laat ons bidden. - God, wiens eniggeboren Zoon ons door zijn leven, dood en verrijzenis het loon van de eeuwige zaligheid heeft verdiend; verleen, vragen wij, dat wij door de overweging van deze geheimen bij de heiligste Rozenkrans van de zalige Maagd Maria, mogen navolgen wat zij bevatten, en verkrijgen wat zij beloven. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
En tot slot de antifoon Salve Regina, bladz. 202.
|
|