graf overgelaten; stralend van heerlijkheid, is het gelijk geworden aan het verheven lichaam van haar Zoon en Verlosser. Zo is de Moeder de heerlijke afbeelding van de vereniging van Christus en zijn Kerk, van het hoofd en de ledematen die tezamen slechts één lichaam vormen.
Tweede overweging - Met grote vreugde ontvangen vandaag de engelen de heilige Maagd Maria. Want waarlijk, nu is de volheid der tijden gekomen; de schuld van Adam en Eva is afgekocht, nu, na den nieuwen Adam, ook de nieuwe Eva binnentreedt in het koninkrijk. Door een vrouw was de droefheid over de wereld gekomen, en zie, door een vrouw wordt de vreugde des hemels aan het heelal hergeven. Eva had voor al haar nakomelingen het paradijs gesloten; Maria stelt het voor alle gelovigen weder open. Dood en verderf hadden het lichaam uit het paradijs verjaagd; vol heerlijkheid en geestelijk treedt het er weer binnen. Na een groot gevecht, dat aarde en hemel in verbazing heeft gebracht, heeft de vrouw, bekleed met de zon, overwonnen en gaat zij binnen in de glorie, tot verzekering van het geluk van geheel haar nakomelingschap.
Ook voor de aarde is het feest van vandaag dus reden tot grote vreugde; want de verheerlijking van Maria is de verheerlijking der gelovigen. Maria treedt het paradijs binnen, opdat het geheim van de komst des Heren voor de mensen zijn bevestiging zou vinden, opdat de mensen zouden weten dat, nu de Maagd ten hemel is ingegaan, het goddelijke en het menselijke voor altijd zijn verbonden. Wij die Maria, toen zij nog op aarde verbleef, slechts ten dele bezaten, verliezen haar om haar rijker terug te vinden. De heilige Maagd heeft de wereld verlaten, maar haar geest blijft onder ons. De ogen van haar lichaam zijn uitgeblust, maar haar geestelijke ogen zijn geopend en zullen schitteren tot het einde der tijden, (naar den heiligen Theodorus van Studion)
De heilige Moeder van God blijft door haar ten hemelopneming dus voor immer de Moeder der levenden. Het gebed waarmee zij God voor de wereld smeekte toen zij Christus droeg, wordt veel machtiger nu zij het uitspreekt in het paradijs zelf, bij de troon van den Vader. Zij waakt er over het heil van de wereld. Zij, die op aarde de verbinding vormde tussen den Schepper en de schuldige schepping, tussen de genade en de gerechtigheid, verblijft in de hemel als de middelaarster tussen de mensen en haar Zoon. Daar zij de eerste onder de mensen is in heiligheid, kan zij in onze naam tot Christus spreken. Zij kan dit, omdat haar hoge rang van Moeder, waarin zij heden wordt bevestigd, haar gegeven werd op Calvarië, toen zij op onvoorstelbare wijze deelde in de smarten van haar Zoon om wille van het heil der wereld.
Zo waakt de Maagd Maria in de hemel over ons en blijft zij met de gelovigen die haar kinderen zijn, tot aan de wederkomst, totdat geheel het mystieke lichaam één zal zijn en wij, in het gevolg van Christus en zijn Moeder, zullen binnen-