| |
Getijden op het feest van de onbevlekte ontvangenis
Op 7 December bidden wij de Eerste Vespers, welke gelijk zijn aan de Vespers op 8 December, bl. 1006, behalve de antifoon bij Magnificat die daar voor de Eerste Vespers is aangegeven.
| |
De lauden
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
GEHEEL schoon zijt gij, Maria, * en geen erfsmet is in u. |
TOTA pulchra es, Maria, * et macula originalis non est in te. |
De psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
2 Ant. Uw gewaad * is wit als sneeuw, en uw aangezicht blinkt als de zon. |
2 Ant. Vestimentum tuum * candidum quasi nix, et facies tua sicut sol. |
| |
| |
3 Ant. Tu gloria Jerusalem, * tu laetitia Israël, tu honorificentia populi nostri. |
3 Ant. Gij zijt de roem van Jerusalem, * gij zijt de vreugde van Israël, de eer van ons volk. |
4 Ant. Benedicta es tu, * Virgo Maria, a Domino Deo excelso prae omnibus mulieribus super terram. |
4 Ant. Gezegend zijt gij, * Maagd Maria, door den Heer God in den hoge boven alle vrouwen op aarde. |
5 Ant. Trahe nos, * Virgo immaculata, post te curremus in odorem unguentorum tuorum. |
5 Ant. Trek ons tot u, * onbevlekte Maagd; wij zullen u volgen in de geur uwer zalven. |
| |
Kapittel Spr. 8, 22-24
Dominus possedit me in initio viarum suarum, antequam quidquam faceret a principio. Ab aeterno ordinata sum, et ex antiquis, antequam terra fieret: nondum erant abyssi, et ego jam concepta eram. ℟. Deo gratias. |
De Heer heeft mij bezeten sinds de aanvang zijner wegen, voordat Hij iets maakte in den beginne. Van eeuwigheid ben ik aangesteld, en van oudsher, voordat de aarde ontstond; nog waren de waterdiepten er niet, en reeds was ik ontvangen. ℟. Gode zij dank. |
Lofzang O gloriosa virginum, bladz. 1088.
℣. Immaculata Conceptio est hodie sanctae Mariae Virginis. ℟. Quae serpentis caput virgineo pede contrivit. |
℣. Heden vieren wij de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige Maagd Maria. ℟. Die met maagdelijke voet de kop van de slang heeft vertreden. |
Ant. Ait Dominus Deus * ad serpentem: Inimicitias ponam inter te et mulierem, et semen tuum et semen illius: ipsa conteret caput tuum, alleluja. |
Ant. De Heer God * sprak tot de slang: Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw, tussen uw zaad en haar zaad; zij zal u de kop verpletteren, alleluja. |
Lofzang Benedictus, bladz. 1089.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Oremus. - Deus qui per immaculatam Virginis Conceptionem dignum Filio tuo habitaculum praeparasti: quaesumus; ut, qui ex morte ejusdem Filii tui praevisa, eam ab omni labe praeservasti, nos quoque |
Laat ons bidden. - God, die door de Onbevlekte Ontvangenis der Maagd voor uw Zoon een waardige woning hebt bereid; wij vragen U, dat Gij, die haar met het vooruitzicht op de dood van uw Zoon voor alle smet hebt bewaard, ook ons, |
| |
| |
door haar voorspraak, in zuiverheid tot U laat komen. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
mundos ejus intercessione ad te pervenire concedas. Per eundem Dominum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
| |
De vespers
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
GEHEEL schoon zijt gij, Maria, * en geen erfsmet is in u. |
TOTA pulchra es, Maria, * et macula originalis non est in te. |
De psalmen zoals op de feesten van de heilige Moeder Gods, bladz. 1111 vlg.
2 Ant. Uw gewaad * is wit als sneeuw, en uw aangezicht blinkt als de zon. |
2 Ant. Vestimentum tuum * candidum quasi nix, et facies tua sicut sol. |
3 Ant. Gij zijt de roem van Jerusalem, * gij zijt de vreugde van Israël, de eer van ons volk. |
3 Ant. Tu gloria Jerusalem, * tu laetitia Israël, tu honorificentia populi nostri. |
4 Ant. Gezegend zijt gij, * Maagd Maria, door den Heer God in den hoge boven alle vrouwen op aarde. |
4 Ant. Benedicta es tu, * Virgo Maria, a Domino Deo excelso prae omnibus mulieribus super terram. |
5 Ant. Trek ons tot u, * onbevlekte Maagd; wij zullen u volgen in de geur uwer zalven. |
5 Ant. Trahe nos, * Virgo immaculata, post te curremus in odorem unguentorum tuorum. |
| |
Kapittel Spr. 8, 22-24
De Heer heeft mij bezeten sinds de aanvang zijner wegen, voordat Hij iets maakte in den beginne. Van eeuwigheid ben ik aangesteld, en van oudsher, voordat de aarde ontstond; nog waren de waterdiepten er niet, en reeds was ik ontvangen. ℟. Gode zij dank. |
Dominus possedit me in initio viarum suarum, antequam quidquam faceret a principio. Ab aeterno ordinata sum, et ex antiquis, antequem terra fieret: nondum erant abyssi, et ego jam concepta eram. ℟. Deo gratias. |
Lofzang Ave maris stella, bladz. 1117.
| |
| |
℣. Immaculata Conceptio est hodie sanctae Mariae Virginis. ℟. Quae serpentis caput virgineo pede contrivit. |
℣. Heden vieren wij de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige Maagd Maria. ℟. Die met maagdelijke voet de kop van de slang heeft vertreden. |
Ant. Hodie * egressa est virga de radice Jesse: hodie sine ulla peccati labe concepta est Maria: hodie contritum est ab ea caput serpentis antiqui, alleluja. |
Ant. Heden * is de twijg uit de tronk van Jesse ontsproten; heden is Maria zonder enige vlek van zonde ontvangen; heden is door haar de kop van de oude slang verpletterd, alleluja. |
Op 7 December in de EERSTE VESPERS:
Ant. Beatam me dicent * omnes generationes, quia fecit mihi magna qui potens est, alleluja. |
Ant. Zalig zullen mij prijzen * alle geslachten; want Hij die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan, alleluja. |
Lofzang Magnificat, bladz. 1118.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, qui per immaculatam Virginis Conceptionem dignum Filio tuo habitaculum praeparasti: quaesumus; ut, qui ex morte ejusdem Filii tui praevisa, eam ab omni labe praeservasti, nos quoque mundos ejus intercessione ad te pervenire concedas. Per eundem Dominum. |
Laat ons bidden. - God, die door de Onbevlekte Ontvangenis der Maagd voor uw Zoon een waardige woning hebt bereid; wij vragen U, dat Gij, die haar met het vooruitzicht op de dood van uw Zoon voor alle smet hebt bewaard, ook ons, door haar voorspraak, in zuiverheid tot U laat komen. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
En tot slot de antifoon Alma Redemptoris Mater, bladz. 200.
| |
* ‘Tota pulchra es Maria’
Maria, en geen erfsmet is in u.
Gij zijt de roem van Jerusalem,
gij zijt de voorspreekster der zondaren,
Maagd vol voorzichtigheid,
spreek voor ons ten beste bij
| |
| |
| |
Gebeden uit de boeken der oude Engelse liturgie
Evenals in de gebeden der Oosterse Kerken vindt men ook in oude Latijnse gebeden zinspelingen op de blijdschap waarmede de ouders van Maria de geboorte van hun kind hebben verwacht, en op de wonderbare wijze waarop hun, volgens het apocriefe Jacobusevangelie, de ontvangenis in de schoot van de heilige Anna werd aangekondigd.
Hij die de hemelse genaden schenkt en het aardse herstelt, Hij die door het getuigenis van een engel de ontvangenis van de zalige Moeder van God heeft aangekondigd, verlene ons de overvloed van zijn zegen en vervulle ons met de bloei van alle deugden. En moge Hij, die haar, voordat zij geboren werd en verwekt door de menselijke zwakheid, door de waardigheid van zijn Naam heeft geheiligd, ons bijstaan om overvloed van deugden te bezitten en om onvermoeibaar te volharden in de lofwaardige verheerlijking van die Naam. Moge zij door haar roemrijke voorspraak voor ons verkrijgen een tijd van voorspoed, geluk en vrede en, na deze wereld, de vreugde zonder eind; voor ons die het heerlijke geheim van haar vererenswaardige ontvangenis vieren.
De liefdevolle voorbede van de zalige Maagd Maria, wier ontvangenis de Almachtige door het getuigenis van een engel heeft aangekondigd, en door wie zijn eniggeboren Zoon zou worden ontvangen, vrage voor ons Gods eeuwige zegen; en mogen wij altijd worden begunstigd door de genadige bijstand van haar, die vol goedertierenheid is. Moge Hij, die haar bij zijn eigen ontvangenis heeft verheerlijkt door de overschaduwing van den Heiligen Geest, ons verlenen op geestelijke wijze vruchtbaar te zijn in de belijdenis van de heiligste Drievuldigheid, ons bevestigen in de heiliging Gods, en ons voor alle kwaad bewaren. En moge de heilige Maria, Moeder van God, ons vermeerdering van vrede en blijdschap verwerven; opdat voor ons, wien het zalig moederschap van de heilige Maagd de aanvang van het heil is geweest, dezelfde Jesus Christus het eeuwige loon zij van het leven zonder eind in de hemel.
God, die door de aankondiging van den engel aan haar ouders de ontvangenis van de zalige Maagd hebt geboodschapt, verleen aan dit uw gezin: dat het altijd gesterkt worde door de bijstand van haar, wier ontvangenis het met geloof op deze feestdag viert.
| |
Gebed van den heiligen Ephrem
* Zuivere en onbevlekte, gezegende Maagd; schuldeloze, onverlette en alheilige Moeder van uw groten Zoon, den Heer van het heelal; hoop der hopelozen en der zondaars, wij zingen uw lof. Wij zegenen u, die vol zijt van genade, u die den Godmens Christus hebt gebaard; wij werpen ons allen voor u ne- | |
| |
der; wij roepen u aan en smeken om uw bijstand. Bevrijd ons, heilige en ongeschonden Maagd, van elke drang en nood en van alle bekoringen des duivels. Wees onze voorspreekster en verdediging in het uur van dood en oordeel; behoed ons voor het onblusbare vuur en voor de uiterste duisternis; en maak ons waardig de glorie van uw Zoon, o liefste en medelijdende Maagd en Moeder. Gij zijt waarlijk onze enige, meest zekere en heiligste hoop bij God, wien eer zij en heerlijkheid, majesteit en heerschappij in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
* God, die door de onbevlekte ontvangenis van de Maagd voor uw Zoon een waardige woonplaats hebt bereid; wij vragen dat Gij, die haar met het vooruitzicht op de dood van uw Zoon voor alle smet hebt bewaard, ook ons, door haar voorspraak, in zuiverheid tot U laat komen. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
|
|