de duisternis van de dood heeft gestort. Zij werd geboren uit de mensen, maar was ontvangen in het oerlicht en in de zuiverheid van het eerste begin.
Door zo groot een uitzondering in de orde van wereld en zonde aan te nemen, doen wij niet te kort aan den Zoon van God, die het licht en de zuiverheid bij uitnemendheid is. Want Maria dankt haar voorrechten slechts aan de heiligheid van haar Zoon, aan het onpeilbaar Wezen van God. In de onbevlekte ontvangenis van Maria straalt Gods goedheid en grootheid uit, want deze ontvangenis is reeds de vrucht van de komende verlossing. Door de uitverkiezing welke Maria ten deel valt, wordt ons heden Christus aangekondigd, die zuiver is van nature en uit kracht van eigen majesteit; de Moeder is zuiver door genade en uit verkregen voorrecht. De heiligheid, welke van eeuwigheid aan Maria was beschoren, legt vandaag getuigenis af van de onzegbare heiligheid van God; de grootheid, waarin Maria boven alle andere mensen is verheven, openbaart ons vandaag de grootheid van Christus die gaat geboren worden.
Zo kondigt ons de ontvangenis van de heilige Moeder Gods de komst van de genade in de wereld van zonde aan. Heden weten wij, dat de langverwachte verlossing gaat komen: de dageraad, welke haar voorafgaat en meldt, de heerlijke Morgenster, het is de onbevlekte Maagd, het eerste kind van de genade in deze wereld van ‘kinderen der gramschap’ (Eph. 2, 3), het eerste werk van ontferming in deze wereld van haat. Heden ontvangt de wereld, gevangen in de macht van Satan, haar eerste doopsel. Heden daalt de geest des levens neder in het lichaam van de Kerk, ‘welke smet noch rimpel heeft, maar die heilig is en onbevlekt’ (Eph. 5, 27).