Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
(1951)–Cornelis Adrianus Bouman– Auteursrecht onbekendSmeekbeden tot Christus in het allerheiligste sacramentZie neder, Heer, uit uw heiligdom en uit uw woning in het hoogst der hemelen, en zie deze hoogheilige offerande, welke onze heilige hogepriester, uw Zoon, de Heer Jesus, U opdraagt voor de zonden zijner broeders; en vergeef ons onze boosheden zonder tal. Zie, de stem van het bloed van onzen broeder Jesus roept tot U van het kruis. Verhoor, Heer, doe uw toorn bedaren, en kom ons te hulp. Draal | |
[pagina 959]
| |
niet langer, mijn God, om wille van Uzelf; want uw heilige Naam is over deze gemeenschap en over dit volk afgeroepen. En handel met ons volgens uw ontferming. Amen. | |
Gebed om ware godsvrucht van Jean de FécampAllerschoonste Jesus Christus, ik bid U bij het zeer heilige vergieten van uw kostbaar bloed waardoor wij werden verlost, geef mij vermorzeling des harten en een bron van tranen. Verleen mij dit vooral, vraag ik U, als ik U mijn gebeden aanbied; als ik voor U de psalmen zing van uw lof; als ik het geheim van onze verlossing, dat heerlijk oordeel uwer barmhartigheid, overweeg of belijd; als ik, hoewel onwaardig, bij uw heilig altaar sta, waar het wonderbaar en hemels offer wordt opgedragen, hetwelk al onze eerbied en godsvrucht vraagt en dat Gij, Heer mijn God, onbevlekte hogepriester, hebt ingesteld en bevolen te voltrekken tot gedachtenis van uw liefde, dit is van uw dood en lijden om wille van ons heil, opdat daardoor dagelijks onze zwakheid zou worden hersteld. Door uw zoete aanwezigheid moge mijn geest te midden van zo grote geheimen worden gesterkt. Laat mij gevoelen dat Gij met mij zijt. Laat mij vol vreugde zijn voor uw aanschijn, altijd schijnend licht, altijd brandende liefde, zoete Christus, goede Jesus, eeuwig en onvergankelijk licht, brood des levens dat ons verkwikt en nimmer vermindert. Want dagelijks wordt Gij genuttigd, en toch blijft Gij altijd geheel dezelfde. Ontsteek mij met uw vuur, verlicht en heilig mij, die uw vat ben; drijf er de boosheid uit, vul het met uw genade en bewaar het gevuld, opdat ik de spijs van uw lichaam moge eten tot heil van mijn ziel en, door U te eten, uit U moge leven, door U moge leven, moge komen tot U, en in U rust vinde. | |
Gebed van den zaligen Jan van RuusbroecHeer, Gij hebt gesproken: Zonder Mij vermoogt gij niets. En Gij hebt ook gesproken: Hetzij dat gij mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in u. En voorts hebt Gij gesproken: Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, hij woont in Mij en Ik in hem. Heer, nu ben ik een arme zondaar, en onwaardig de hemelse spijze die Gij zelve zijt. Nochtans, Heer, hebt Gij Uzelf gegeven en nagelaten aan den zondaar, die zichzelf mishaagt en met rouw zijn zonden belijdt en beweent, en in U waarachtig vertrouwen heeft. Deze is het die U behaagt. Want Gij hebt ons geleerd, dat Gij niet zijt gekomen om den rechtvaardige te roepen, maar den zondaar, opdat hij zich bekere en boete doe voor zijn zonden. En hierom heb ik | |
[pagina 960]
| |
durf en vertrouwen, en vergeet ik mijzelf en al mijn gebreken in uw genade; want Gij spreekt zelve: Komt tot Mij, gij allen die arbeidt en beladen zijt, en Ik zal u hermaken. En Gij spreekt ook, dat Gij zijt ons levend brood dat van de hemel is nedergedaald; die daar van eet, hij leeft in eeuwigheid. Gij zijt ook de levende fontein, die ons toevloeit door den Heiligen Geest uit het hart van uw Vader. En hierom, Heer, hoe meer ik eet, des te meer honger ik gevoel; hoe meer ik drink, des te meer dorst ik heb. Want ik kan U niet in mij opnemen noch verteren. Maar ik bid U, Heer, om wille van uw edelheid, dat Gij mij zoudt opnemen en verteren, zodat ik met U en in U één leven worde; dat ik, in uw leven, boven mijzelf moge uitstijgen, boven alle eindige beperking en streven, in volheid van wezen, dat is: in ongemeten minne, waar Gij uw eigen zaligheid zijt en die van alle heiligen. Daar vind ik de vrucht van alle sacramenten, en van alle zijn, en van alle heiligheid. | |
Smeekgebed van den eerbiedwaardigen Ludovicus BlosiusO goede Jesus, mijn hoop en mijn toevlucht, mijn beminde die mij liever is dan al wat ik liefheb, mijn enige liefde; schone en honingzoete bruidegom, verrukking van mijn hart en leven van mijn leven; o wezenheid van mijn wezen, vreugdevolle rust van mijn geest; mijn verhoopte vertroosting en oprechte blijdschap; wonderschone dag der eeuwigheid en liefelijk licht van mijn binnenste; o stralend bruidsvertrek en allerheerlijkst paradijs; Gij, mijn beminnenswaardige oorsprong en opperste genoegzaamheid; mijn God, wat zal ik verlangen buiten U? Gij zijt mijn waarachtig en eeuwig goed. Och, trek mij achter U aan, opdat ik vurig, rein en met volharding volge in de geur van uw levenwekkende reukwerken. Bereid in mij, mijn beminde, een aangename en liefelijke woning, opdat Gij tot mij komt en bij mij uw verblijfplaats neemt. Doe in mij sterven en verdrijf uit mij al wat U mishaagt. Ruk mij los en verwijder mij van al wat beneden U is. Maak mij tot een mens volgens uw hart, maak mij gelijkvormig aan uw heilige mensheid. Wond mijn hart met de pijl van uw liefde. Maak mijn geest dronken met de wijn van uw volmaakte min. Verenig mij innig met U en verander mij geheel in U, opdat Gij in mij uw welbehagen kunt vinden. | |
Gebed van den heiligen Carolus BorromeusZie ons hier in uw tegenwoordigheid, o Jesus. Gij zijt hier aanwezig, wij weten en belijden het; ons geloof kan ons niet bedriegen. Wij wagen het niet onze ogen tot U op te heffen, maar richt Gij op ons de blik vol tederheid en ont- | |
[pagina 961]
| |
ferming, waarmede Gij Petrus hebt aangezien. Wij zijn hier met onze ellenden, niet in staat langer aan uw voeten te blijven, als Gij ons onze zonden niet vergeeft. Zijt Gij niet de Verlosser die alleen kan zuiveren? Zijt Gij niet de geneesheer die alleen kan helen? Reinig derhalve onze zielen, genees en red ze, zodat wij uw genade minder onwaardig zullen zijn. | |
Gebed van Jean OlierJesus, oneindige wetenschap van de heerlijkheden en alle weldaden van uw Vader, oven van liefde, offerande welke op onze altaren aan zijn glorie wordt gebracht, bewijs Hem de liefde, de aanbidding en de dankbaarheid die wij Hem schuldig zijn, maar welke wij niet kunnen voldoen, omdat wij niet anders zijn dan afgronden van nietswaardigheid en zonde. Uit liefde tot U ziet Hij met welgevallen neer op zijn arme en ellendige schepselen; Gij zijt het dien Hij in ons bemint, Gij alleen dien Hij in ons aanschouwt. Kom daarom, heilig slachtoffer, kom om ons in U te veranderen. Maak Uzelf en ons tot één enkele offerande, die voor eeuwig aan de heerlijkheid van God wordt opgedragen. Vernietig mijn oude wezen, mijn wezen der boosheid, opdat ik door U wederkere tot Hem uit wien ik ben voortgekomen. Nimmer zal ik voldaan zijn, als ik niet geheel in Hem ben opgenomen; niets wil ik nog in mij dulden wat Hem mishaagt. Vernietig, goddelijke offerande, met het vuur waardoor Gij brandt, alles in mijn ziel wat Hem hatelijk is. Ik geef mij ten prooi aan uw heilig vuur, opdat het mij vertere. Gij zijt zowel de hogepriester als het altaar van de nieuwe wet; Gij brengt daarop een offerande van lof. Deze offerande zijt Gij zelf en al uw ledematen. Laat ook mij daarom branden in het vuur dat U verteert. Goddelijke Jesus, mijn beminnenswaardig Al, ik wil alleen nog arbeiden, opdat ik waardig worde tezamen met U een offerande van liefde te vormen tot verheerlijking van uw Vader. | |
* Gebed voor een bezoek aan het allerheiligste sacrament van den heiligen Alfonsus Maria van LiguoriJesus Christus, mijn Heer, die uit liefde voor de mensen dag en nacht in dit Sacrament tegenwoordig blijft, vol goedheid en liefde, wachtend, nodend en ontvangend allen die U komen bezoeken; ik geloof dat Gij in het Sacrament des altaars tegenwoordig zijt. Ik aanbid U uit het diepst van mijn onwaardigheid en dank U voor alle gunsten welke Gij mij hebt bewezen, in het bijzonder dat Gij mij Uzelven in dit Sacrament hebt geschonken, dat Gij mij uw heilige Moeder Maria tot voorspreekster hebt gegeven en dat Gij mij hebt | |
[pagina 962]
| |
geroepen U in deze kerk te bezoeken. Ik groet vandaag uw allerbeminnelijkst Hart, en wil dat doen om drie redenen: allereerst, als dankzegging voor deze grote weldaad; ten tweede, om U voldoening te geven voor alle beledigingen, die uw vijanden U in dit Sacrament hebben aangedaan; en in de derde plaats heb ik de mening U door dit bezoek te aanbidden op alle plaatsen der aarde, waar Gij in uw Sacrament het minst aanbeden en het meest verwaarloosd wordt. Mijn Jesus, ik bemin U met geheel mijn hart. Ik heb er berouw over, dat ik in het verleden uw oneindige goedheid zo dikwijls heb mishaagd. Ik neem mij voor met de hulp van uw genade U in het vervolg nimmer meer te beledigen; en op dit ogenblik, nietswaardig als ik ben, wijd ik mij geheel aan U toe. Ik verzaak aan mijn wil, aan mijn genegenheden, aan mijn verlangens en aan alles wat mij toebehoort, en geef het aan U. Van deze dag af doe met mij en met al het mijne wat U behaagt. Ik vraag en verlang niets anders dan uw heilige liefde, de eindvolharding en de volmaakte vervulling van uw wil. Ik beveel U de zielen in het vagevuur aan, in het bijzonder hen die een grote godsvrucht hadden tot dit Sacrament en tot de heilige Maagd Maria. Insgelijks beveel ik U alle arme zondaars aan. Ten slotte, mijn lieve Verlosser, verenig ik al mijn gevoelens met die van uw liefhebbend hart, en offer ze zo aan uw eeuwigen Vader, Hem biddend ze in uw Naam aan te nemen en te verhoren. | |
* Oefening van eerherstelMet de diepe eerbied welke het geloof mij doet gevoelen, bemin ik U, mijn God en Zaligmaker Jesus Christus, waarlijk God en waarlijk mens, uit geheel mijn hart. En ik aanbid U, die hier zijt verborgen, tot voldoening van alle oneerbiedigheden, ontheiligingen en heiligschennissen, die U in het allerverhevenste Sacrament des altaars worden aangedaan. Ik aanbid U, mijn God, niet zoals Gij waardig zijt te worden aanbeden of zoals ik het zou moeten doen, maar in zover als ik er toe in staat ben. Ik zou U willen aanbidden met die volmaakte godsvrucht, welke de engelen in de hemel U kunnen aanbieden. Moogt Gij in dit allerheiligste en goddelijke Sacrament, mijn Jesus, worden gekend, aanbeden, bemind en gedankt door alle mensen en op ieder ogenblik. Amen. | |
Geestelijke communieIn navolging van de heiligen zullen wij dikwijls enkele ogenblikken denken aan de liefde welke de Heer ons heeft getoond in de geheimen van zijn heilswerk, en daarbij vragen met Hem verenigd te mogen blijven. Wij noemen deze verzuchting de geestelijke communie, omdat wij, hoewel wij niet in de gelegenheid zijn de heilige Gaven van Christus' Lichaam en Bloed te ontvangen, verlangen met onze Heer verenigd | |
[pagina 963]
| |
te zijn als in de sacramentele communie. Deze geestelijke communie is geen sacrament, zodat deze vrome oefening uit zichzelf geen genade mededeelt. Maar toch, verzekert ons Joannes Tauter, ‘ontvangen de zuiveren van hart, die vurig wensen dat hun het heilig Sacrament mocht worden gegeven, ook als dit niet mogelijk is, de genade van het sacrament naar de maat van hun verlangen en gesteltenis; en zij ontvangen wellicht meer genade dan velen die sacramenteel tot de heilige Geheimen naderen. Zo kan een godvruchtig mens honderd maal per dag communiceren en, als hij de geestelijke communie met een heilig verlangen verricht, door deze oefening tal van genaden en geestelijke vruchten ontvangen’Ga naar voetnoot1). Voor de geestelijke communie kan men gebruik maken van een van de volgende gebeden. | |
Oefening van geloof, liefde en verlangen door Claude ArvisenetHeer Jesus, eeuwige hogepriester, die gezegd hebt: Mijn vlees is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank, altijd heb ik geloofd en ook nu geloof ik, dat Gij de Christus zijt, de Zoon van den levenden God, die in deze wereld gekomen zijt om ons te verlossen, en die in dit verheven Sacrament aanwezig blijft. Ja, ik geloof het; maar vermeerder mijn geloof, zodat het dringe door de wolk welke U voor mijn ogen verborgen houdt, mij vervulle met een heilige vrees bij het zien van uw majesteit en oneindige heiligheid, met een tedere, oprechte en vertrouwvolle liefde, en met een vurig verlangen tot U te komen. Uw uiterste goedheid, welke het geloof mij openbaart, verheugt mijn hart, trekt mij tot U en doet mij al mijn onwaardigheid en ellende vergeten. Ik gevoel nog slechts de behoefte U in de heilige communie te ontvangen en mij met Uzelf te voeden. | |
Verzuchting van Richard RolleEeuwige liefde, ontvlam mijn ziel met de liefde tot God, zodat niets buiten zijn omhelzing in staat is mijn hart te doen ontbranden. O goede Jesus, wie vermag mij U hier te doen gevoelen, nu Gij noch gevoeld kunt worden noch gezien? Stort Uzelven uit in de diepte van mijn ziel. Treed binnen in mijn hart en vervul het met uw zoetheid. Verkwik mijn geest met de zware wijn uwer liefde, opdat ik, alle kwaad vergetend en U alleen bezittend, blij moge zijn en mij verheuge in Jesus mijn God. Verlaat mij niet, allerzoetste Heer, maar blijf voor eeuwig bij mij; want uw aanwezigheid is mijn enige troost en zonder U ben ik vol droefheid. Kom, bid ik U, mijn zoete en waarachtige vreugde. Kom, allerliefste, Gij, vervulling mijner hoop. Kom, mijn liefde, mijn enige trooster. Ga binnen in een ziel die naar U verlangt. Ontvlam geheel mijn hart met uw goddelijk | |
[pagina 964]
| |
vuur; verlicht de schuilhoeken van mijn hart met uw stralend licht; voed mij met uw liefde. | |
Gebed van geestelijke communie, door den heiligen Alfonsus-Maria van LiguoriMijn Jesus, ik geloof dat Gij in het allerheiligst Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin U, ik verlang naar U, kom in mijn hart. Ik omhels U en bid U niet toe te laten, dat ik mij ooit van U scheide.
of de volgende korte verzuchting van denzelfden heilige:
Mijn Jesus, kom tot mij; ik verlang naar U; laat mij altijd met U verenigd blijven. |
|