drukten, * maar vernedering voor den onderdrukker.
En Hij zal standhouden zolang als de zon, * en met de maan, van geslacht tot geslacht.
Hij zal nederdalen als regen op een vacht * en als druppels die druppelen ter aarde. Ontspruiten zal in zijn dagen gerechtigheid en overvloed van vrede, * totdat de maan ophoudt te schijnen.
En heersen zal Hij van zee tot zee, * van de stroom tot aan de grenzen der aarde.
Voor Hem zullen de Ethiopiërs zich nederwerpen, * en zijn vijanden kussen de aarde. De koningen van Tharsis en de eilanden bieden hun gaven; * de koningen van Arabië en Saba brengen hun geschenken aan.
En aanbidden zullen Hem alle vorsten der aarde; * alle volkeren zullen Hem dienen. Want Hij zal den arme bevrijden van den verdrukker, * den arme die geen helper heeft.
Over den arme en den zwakke zal Hij Zich ontfermen, * en de zielen der armen verlossen. Van woeker en onrecht zal Hij hen verlossen, * en hun naam is voor Hem in ere.
Hij zal leven, en van het goud van Arabië zal men Hem geven, en altijd zal men om zijnentwil aanbidden; * geheel de dag zal men Hem zegenen.
En overvloed van koren zal er zijn op aarde, op de toppen der bergen; hoger dan de Libanon verheft zich zijn vrucht; * en de bewoners der steden zullen bloeien als het gras op de velden.
Zijn Naam zij gezegend voor eeuwig; * als de zon moge duren zijn Naam.
In Hem worden gezegend alle stammen der aarde; * alle volken zullen Hem prijzen.
Gezegend zij de Heer, de God van Israël, * die wonderen doet, Hij alleen.
En de Naam zijner majesteit zij gezegend voor eeuwig; * en van zijn heerlijkheid worde vervuld geheel de aarde. Amen, amen.