| |
Getijden op het feest van de gedaanteverandering des Heren
De Eerste Vespers op 5 Augustus zijn gelijk aan de Vespers op 6 Augustus, bladz. 916, behalve de antifoon bij Magnificat welke daar voor de Eerste Vespers is aangegeven.
¶ In de Completen wordt op 5 en 6 Augustus de lofzang met de volgende lofprijzing besloten:
Jesus, aan U zij heerlijkheid,
die U den kleinen openbaart,
met Vader en met milden Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Jesu, tibi sit gloria,
qui te revelas parvulis,
cum Patre et almo Spiritu,
in sempiterna saecula. |
Amen. |
Amen. |
| |
De lauden
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
JESUS nam * Petrus en Jacobus en diens broeder Joannes met Zich, en voerde hen op een hoge berg alleen, en Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd. |
ASSUMPSIT Jesus * Petrum, et Jacobum, et Joannem fratrem ejus, et duxit eos in montem excelsum seorsum, et transfiguratus est ante eos. |
De psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
2 Ant. Zijn aangezicht * schitterde als de zon, en zijn klederen werden wit als sneeuw, alleluja. |
2 Ant. Resplenduit * facies ejus sicut sol, vestimenta autem ejus facta sunt alba sicut nix, alleluja. |
3 Ant. En zie, * hun verschenen Moses en Elias, die met Jesus spraken. |
3 Ant. Et ecce * apparuerunt eis Moyses et Elias loquentes cum Jesu. |
4 Ant. Petrus nu antwoordde * en zeide tot Jesus: Heer, het is ons goed hier te zijn. |
4 Ant. Respondens autem Petrus * dixit ad Jesum: Domine, bonum est nos hic esse. |
5 Ant. Terwijl hij nog sprak, * zie daar overschaduwde hen een lichtende wolk. |
5 Ant. Adhuc eo loquente, * ecce nubes lucida obumbravit eos. |
| |
Kapittel Phil. 3, 20-21
Wij verwachten den Zaligmaker, onzen Heer Jesus Christus, |
Salvatorem exspectamus Dominum nostrum Jesum |
| |
| |
Christum, qui reformabit corpus humilitatis nostrae configuratum corpori claritatis suae. ℟. Deo gratias. |
die ons vernederd lichaam zal omvormen en gelijk maken aan zijn verheerlijkt lichaam. ℟. Gode zij dank. |
| |
Lofzang
Amor Jesu dulcissime,
quando cor nostrum visitas
pellis mentis caliginem,
et nos reples dulcedine. |
Mijn liefde, Jesus allerzoetst,
wanneer Gij ingaat tot ons hart,
verdrijft Gij 't duister van de geest
en maakt ons van uw zoetheid vol. |
Quam felix est, quem satias!
consors paternae dexterae,
tu vere lumen patriae,
quod omnem sensum superat. |
Hoe wel is 't hem dien Gij verzaadt,
die in de macht des Vaders deelt,
Gij waarlijk licht van 't vaderland,
dat alle zin te boven gaat. |
Splendor paternae gloriae,
incomprehensa bonitas,
amoris tui copiam
da nobis per praesentiam. |
Afglans van 's Vaders heerlijkheid,
o goedheid onbevattelijk,
geef van uw liefde d'overvloed
ons door uw tegenwoordigheid. |
Gloria tibi, Domine,
qui apparuisti hodie,
cum Patre, et Sancto Spiritu,
in sempiterna saecula. |
U zij de heerlijkheid, o Heer,
die heden ons verschenen zijt,
met Vader en met Heil'gen Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Amen. |
Amen. |
℣. Corona aurea super caput ejus. ℟. Expressa signo sanctitatis, gloriae et honoris. |
℣. Een gouden kroon prijkt op zijn hoofd. ℟. Met het teken van heiligheid, heerlijkheid en eer. |
Ant. Et ecce * vox de nube dicens: Hic est Filius meus dilectus, in quo mihi complacui; ipsum audite, alleluja. |
Ant. En zie, * een stem uit de wolk zeide: Deze is mijn veelgeliefde Zoon in wien Ik mijn welbehagen heb gesteld; hoort naar Hem, alleluja. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Oremus. - Deus, qui fidei sacramenta in Unigeniti tui gloriosa Transfiguratione patrum testimonio |
Laat ons bidden. - God, die bij de heerlijke Gedaanteverandering van uw eniggeboren Zoon de geheimen van het geloof door |
| |
| |
de getuigenis der vaderen hebt bekrachtigd, en, door de stem die weerklonk uit de lichtende wolk, onze volmaakte aanneming tot uw kinderen op wonderbare wijze hebt geopenbaard; verleen goedgunstig, dat wij mede-erfgenamen worden van den Koning der glorie, en deelgenoten van zijn heerlijkheid. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
roborasti, et adoptionem filiorum perfectam, voce delapsa in nube lucida, mirabiliter praesignasti: concede propitius; ut ipsius Regis gloriae nos coheredes efficias, et ejusdem gloriae tribuas esse consortes. Per eundem Dominum nostrum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
| |
De vespers
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
JESUS nam * Petrus en Jacobus en diens broeder Joannes met Zich, en voerde hen op een hoge berg alleen, en Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd. |
ASSUMPSIT Jesus * Petrum, et Jacobum, et Joannem fratrem ejus, et duxit eos in montem excelsum seorsum, et transfiguratus est ante eos. |
De eerste vier psalmen zoals op Zondag, bladz. 189.
2 Ant. Zijn aangezicht * schitterde als de zon, en zijn klederen werden wit als sneeuw, alleluja. |
2 Ant. Resplenduit * facies ejus sicut sol, vestimenta autem ejus facta sunt alba sicut nix, alleluja. |
3 Ant. En zie, * hun verschenen Moses en Elias, die met Jesus spraken. |
3 Ant. Et ecce * apparuerunt eis Moyses et Elias loquentes cum Jesu. |
4 Ant. Petrus nu antwoordde * en zeide tot Jesus: Heer, het is ons goed hier te zijn. |
4 Ant. Respondens autem Petrus * dixit ad Jesum: Domine, bonum est nos hic esse. |
5 Ant. Terwijl hij nog sprak, * zie daar overschaduwde hen een lichtende wolk. |
5 Ant. Adhuc eo loquente, * ecce nubes lucida obumbravit eos. |
| |
Psalm 116
Looft den Heer, alle gij natiën; * looft Hem, alle gij volken; |
Laudate Dominum, omnes gentes: * laudate eum, omnes populi: |
| |
| |
Quoniam confirmata est super nos misericordia ejus: * et veritas Domini manet in aeternum. |
Want bevestigd is over ons zijn ontferming; * en de trouw des Heren blijft in eeuwigheid. |
Gloria Patri. |
Eer aan den Vader. |
|
Ant. Adhuc eo loquente, ecce nubes lucida obumbravit eos. |
Ant. Terwijl hij nog sprak, zie daar overschaduwde hen een lichtende wolk. |
| |
Kapittel Phil. 3, 20-21
Salvatorem exspectamus Dominum nostrum Jesum Christum, qui reformabit corpus humilitatis nostrae configuratum corpori claritatis suae. ℟. Deo gratias. |
Wij verwachten den Zaligmaker, onzen Heer Jesus Christus, die ons vernederd lichaam zal omvormen en gelijk maken aan zijn verheerlijkt lichaam. ℟. Gode zij dank. |
| |
Lofzang van prudentius
Quicumque Christum quaeritis,
oculos in altum tollite:
illic licebit visere
signum perennis gloriae. |
O allen gij, die Christus zoekt,
heft uwe ogen naar omhoog;
daar ziet gij heden opgericht
het teken van uw heerlijkheid. |
Illustre quiddam cernimus,
quod nesciat finem pati,
sublime, celsum, interminum,
antiquius caelo et chao. |
Daar schouwen wij het wonderlicht
dat eeuwig is en zonder eind,
verheven, hemels, tijdeloos,
vóór baaierd was en hemelsfeer. |
Hic ille Rex est gentium
populique Rex Judaici,
promissus Abrahae patri
ejusque in aevum semini. |
De Koning is 't der volkeren,
de Koning van het Joods geslacht,
beloofd aan vader Abraham
en aan zijn zaad in eeuwigheid. |
Hunc et prophetis testibus,
iisdemque signatoribus,
testator et Pater jubet
audire nos et credere. |
Ziet, hoe profeten wijzen en
getuigen zijn dat Hij het is;
de Vader zelf getuigt en maant
tot luist'ren ons en tot geloof. |
Gloria tibi, Domine,
qui apparuisti hodie,
cum Patre, et Sancto Spiritu,
in sempiterna saecula. |
Aan U zij heerlijkheid, o Heer,
die heden ons verschenen zijt,
met Vaderen met Heil'gen Geest,
in ongemeten eeuwigheid. |
Amen. |
Amen. |
℣. Gloriosus apparuisti in conspectu Domini. ℟. Propterea decorem induit te Dominus. |
℣. In heerlijkheid zijt Gij verschenen voor het aanschijn des Heren. ℟. Daarom heeft de Heer U met luister omkleed. |
| |
| |
Ant. En toen de leerlingen * dit hoorden, vielen zij op hun aangezicht en waren zeer ontsteld; maar Jesus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zeide hun: Staat op en vreest niet, alleluja. |
Ant. Et audientes * discipuli ceciderunt in faciem suam et timuerunt valde; et accessit Jesus, et tetigit eos dixitque eis: Surgite et nolite timere, alleluja. |
Op 5 Augustus in de EERSTE VESPERS:
Ant. Christus Jesus, * de afstraling van den Vader en de afdruk van diens wezen, die alles draagt door het woord van zijn kracht, en reiniging van zonden bewerkt, heeft heden op een hoge berg in heerlijkheid willen verschijnen. |
Ant. Christus Jesus * splendor Patris, et figura substantiae ejus, portans omnia verbo virtutis suae, purgationem peccatorum faciens, in monte excelso gloriosus apparere hodie dignatus est. |
Lofzang Magnificat, bladz. 198.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
|
Laat ons bidden. - God, die bij de heerlijke Gedaanteverandering van uw eniggeboren Zoon de geheimen van het geloof door de getuigenis der vaderen hebt bekrachtigd, en, door de stem die weerklonk uit de lichtende wolk, onze volmaakte aanneming tot uw kinderen op wonderbare wijze hebt geopenbaard; verleen goedgunstig, dat wij mede-erfgenamen worden van den Koning der glorie, en deelgenoten van zijn heerlijkheid. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
Oremus. - Deus, qui fidei sacramenta in Unigeniti tui gloriosa Transfiguratione patrum testimonio roborasti, et adoptionem filiorum perfectam, voce delapsa in nube lucida, mirabiliter praesignasti: concede propitius; ut ipsius Regis gloriae nos coheredes efficias, et ejusdem gloriae tribuas esse consortes. Per eundem Dominum nostrum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
Onze Vader. |
Pater noster. |
De Heer geve ons. |
Dominus det nobis. |
Hierna bidt men ter ere van de heilige Moeder van God: Salve, Regina, bladz. 202.
|
|