begenadigden reeds op aarde zou willen verlichten om het eeuwige licht te schouwen. De verrezenen zullen de aard van het Thaborlicht eerst begrijpen, als zij den verheerlijkten Christus zullen zien in het rijk dat geen einde heeft. Maar ook voor ons is de Thabor nu reeds het teken van de stille schouwing der goddelijke dingen, het oerbeeld van de berg Moria, van de Carmel, van de opperzaal en van alle bergtoppen en stille plaatsen waar de heiligen met God hebben verkeerd en ons hebben geleerd hoe wij Hem kunnen vinden in de eenzaamheid van gebed en stille overweging, op de Thabor van een retraite of korte geestelijke afzondering.
Overweging (toegeschreven aan den heiligen Ephrem den Syriër) - De Heer voerde zijn drie leerlingen op de berg om hun te tonen wie Hij is. Hij liet hun zien dat hij niet Elias is, maar de God van Elias; niet een der profeten, maar Degene die de profeten had gezonden. Hij toonde hun ook, dat Hij de Schepper is van hemel en aarde en de Meester over leven en dood. Want Hij gebood de hemel, en deze liet Elias afdalen; Hij gaf de aarde een teken, en deze liet Moses opstaan. De Vader zelf sprak en zeide dat Christus zijn eeuwige geliefde Zoon is.
De Heer voerde zijn drie leerlingen op de berg om hun de heerlijkheid zijner verheffing te tonen en hun te leren, dat Hij de beloofde Verlosser van Israël is; opdat zij niet geërgerd zouden worden bij het zien van het vrijwillig lijden dat Hij voor ons wilde ondergaan; opdat zij zouden begrijpen dat Hij werd gekruisigd uit eigen wil, tot het heil der wereld.
Moses en Elias spraken met Hem. Zij hebben Hem gedankt dat zowel hun woorden als die van hun medeprofeten door zijn komst in vervulling waren gegaan. Zij hebben Hem aanbeden om wille van het heil dat Hij de wereld bracht, en om wille van de vervulling der geheimen welke zij hadden voorafgebeeld. Den profeten en den apostelen werd op deze berg vreugde bereid. De profeten verheugden zich omdat zij zijn mensheid aanschouwden, welke zij tot dusver niet hadden gezien. De apostelen verheugden zich, omdat zij de heerlijkheid van zijn Godheid zagen, welke zij nog niet kenden, en de stem des Vaders hoorden die aangaande zijn Zoon getuigenis gaf. Zo werd de berg het beeld van de Kerk; Jesus verenigde hier de beide Testamenten welke de Kerk heeft ontvangen, en openbaarde dat Hij de Gever van beide is. Het ene ontving zijn verhulde geheimen, het andere predikte de heerlijkheid zijner daden.
Laten ook wij nederknielen op deze berg en de heerlijkheid des Heren beschouwen. Hij is ten volle God en ten volle mens; deze twee naturen zijn verenigd tot één Persoon. Zonder van zijn Godheid te scheiden heeft Hij het vlees aangenomen, een lichaam en een geschapen menselijke ziel. In alles - uitgezonderd in de zonde - is Hij ons in de menselijke natuur gelijk geworden. Hij is tegelijkertijd aards en hemels, tijdelijk en eeuwig, eindig en oneindig, tijdeloos en aan de tijd onder-