| |
Getijden op het feest der allerheiligste drievuldigheid
Op Zaterdag voor Drievuldigheids-Zondag bidt men de Eerste Vespers, welke gelijk zijn aan de Vespers op bladz. 851, behalve de veranderingen die daar voor de Eerste Vespers zijn aangegeven.
| |
De lauden
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
GLORIA tibi, Trinitas * aequalis, una Deitas, et ante omnia saecula, et nunc et in perpetuum. |
EER zij U. Drievuldigheid, * volmaakt gelijk, één Godheid, vóór alle eeuwen, nu en voor immer. |
De psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
2 Ant. Laus et perennis gloria * Deo Patri, et Filio, Sancto simul Paraclito, in saeculorum saecula. |
2 Ant. Lof en eeuwige eer * zij God den Vader en den Zoon en den Heiligen Vertrooster, in der eeuwen eeuwigheid. |
3 Ant. Gloria laudis * resonet in ore omnium, Patri, genitaeque Proli, Spiritui Sancto pariter resultet laude perenni. |
3 Ant. Lofprijzing weerklinke * uit aller mond voor den Vader en den eniggeboren Zoon; insgelijks voor den Heiligen Geest weerklinke eeuwige lof. |
4 Ant. Laus Deo Patri, * parilique Proli, et tibi, |
4 Ant. Lof weerklinke voor God den Vader * en voor den |
| |
| |
Zoon, Hem gelijk, en voor U, Heilige Geest, in gedurige geestdrift, uit onze mond door alle eeuwigheid. |
Sancte, studio perenni, Spiritus, nostro resonet ab ore, omne per aevum. |
5 Ant. Uit wien * en door wien en in wien alles bestaat; Hem zij eer in eeuwigheid. |
5 Ant. EX quo omnia, * per quem omnia, in quo omnia: ipsi gloria in saecula. |
| |
Kapittel Rom. 11, 33
O diepte van de rijkdommen der wijsheid en kennis van God; hoe ondoorgrondelijk zijn zijne oordelen, en hoe onnaspeurlijk zijn wegen. ℟. Gode zij dank. |
O altitudo divitiarum sapientiae et scientiae Dei: quam incomprehensibilia sunt judicia ejus, et investigabiles viae ejus! ℟. Deo gratias. |
| |
Lofzang
Gij, Eenheid in Drievuldigheid,
die 't wereldrond in macht beheerst,
aanhoor het lied van lof, dat wij
U zingen nu wij zijn ontwaakt. |
Tu, Trinitatis Unitas,
orbem potenter quae regis,
attende laudum cantica,
quae excubantes psallimus. |
Reeds rijst de held're morgenster,
die 't naad'ren kondigt van de dag;
het nachtelijke duister wijkt;
omstrale ons uw heilig licht. |
Ortus refulget Lucifer,
sparsamque lucem nuntiat:
cadit caligo noctium:
lux sancta nos illuminet. |
Aan God den Vader zij de eer,
en aan zijn eengeboren Zoon,
met onzen Trooster, Heil'gen Geest,
nu en in alle eeuwigheid. |
Deo Patri sit gloria,
ejusque soli Filio,
cum Spiritu Paraclito,
et nunc, et in perpetuum. |
Amen. |
Amen. |
℣. Laat ons prijzen den Vader en den Zoon met den Heiligen Geest. ℟. Laat ons Hem loven en verheffen in eeuwigheid. |
℣. Benedicamus Patrem et Filium cum Sancto Spiritu. ℟. Laudemus et superexaltemus eum in saecula. |
Ant. Geprezen zij * de heilige en ongedeelde Drievuldigheid, die alles heeft geschapen en bestuurt, nu en altijd, en in de ongemeten eeuwen der eeuwen. |
Ant. Benedicta sit * sancta creatrix et gubernatrix omnium, sancta et individua Trinitas, nunc et semper, et per infinita saecula saeculorum. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Laat ons bidden. - Almachti- |
Oremus. - Omnipotens |
| |
| |
sempiterne Deus, qui dedisti famulis tuis in confessione verae fidei, aeternae Trinitatis gloriam agnoscere, et in potentia majestatis adorare Unitatem: quaesumus; ut, ejusdem fidei firmitate, ab omnibus semper muniamur adversis. Per Dominum nostrum. |
ge, eeuwige God, die uw dienaren hebt verleend in de belijdenis van het ware geloof de heerlijkheid der eeuwige Drievuldigheid te erkennen en in de macht van haar majesteit de Eenheid te aanbidden; wij vragen U, dat wij door standvastigheid in dit geloof steeds voor alle onheil beveiligd blijven. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
|
|