| |
Gebeden ter ere van den Heiligen Geest
Tot God den Vader
Almachtige eeuwige God, doe ons delen in de hemelse vreugden, en doe ons, die in den Heiligen Geest zijn herboren, binnentreden in uw rijk; opdat uw nederige kudde daar moge komen, waar de Herder haar in heerlijkheid is voorgegaan.
God, die door het geheim van het feest van deze dag uw Kerk onder alle volkeren en natiën heiligt; stort over de gehele wereld de gaven uit van uw Heiligen Geest.
Doe, Heer, uw Geest in ons midden wonen, opdat Hij ons wasse met het zuivere water der boetvaardigheid en ons aldus voor U bereide tot een levende offerande. Dan zal geen boze lust de tempel van ons hart ontwijden, en zal ons aardse lichaam ontkomen aan de straf van het eeuwige vuur.
Laat ons niet ophouden uw almacht in te roepen, onze God en Vader, opdat Gij ons vervult met het geschenk van uw eniggeboren Zoon en ons verrijkt met de onuitsprekelijke vreugde en het bezoek en de levendmaking van zijn Heiligen Geest. Gij, die ons hebt geschapen en verlost door uw Zoon, vervolmaak ons door den Heiligen Geest; niet alsof de werking van uw Drievuldigheid verschillend zou zijn en zonder samenhang, maar opdat de ene Godheid van de onderscheiden Personen heerlijker geopenbaard zou worden. Nu Gij, almachtige God, ons gegeven hebt U aldus te belijden, toon den gelovigen het geschenk van uwe genade; vervul de duivelen met schrik; wees vol goedheid voor hen die boet- | |
| |
vaardig tot U komen; wees lankmoedig jegens de zondaars; overtuig de ketters van hun dwaling; bewaar de maagden; bescherm de weduwen; wees een toevlucht voor de wezen, een wreker voor de verdrukten, een trooster voor wie bedroefd zijn en een gids voor wie dwalen. Hij moge onze vertroosting zijn, in wien Gij met uw Zoon onverbrekelijk zijt verbonden en die uw onmeetbare volheid is. De onbedwingbare kracht uwer heiligen strekke ons tot een vast vertrouwen op uw leiding; nimmer moge ons derhalve uw alvermogende bijstand ontbreken. Uw kracht sterke onze zwakheid tegen den duivel, opdat zij in de strijd steeds de overwinning behale. Bezit ons hart door uw wijsheid en bestier ons geweten, opdat wij behoedzaam worden in onze besluiten, deugdzaam in werken, in spreken voorzichtig, en brandend van onblusbare liefde.
Allerhoogste en onzegbare God, die - naar wij weten - niet luistert naar de stem van onze mond, maar wel naar die van het hart; die let op onze geest en niet op onze leeftijd; die niet met de lippen, maar met het hart gevreesd wilt worden; die ons in liefdevolle vertroosting omhelst opdat wij niet ten onder zouden gaan, en die de verlorenen zoekt en tezamenbrengt in de schaduw uwer vleugelen; zuiver ons hart van de vlekken der zonden, opdat wij, van alle boosheid gereinigd en bevrijd van de kolken dezer wereld, een woning mogen zijn van den Heiligen Geest.
In de volgende gebeden treft ons een motief, dat ook in de geschriften der heilige vaders wordt gevonden. Evenals door de zonde van hoogmoed de verwarring der talen en de verstrooiing is ontstaan, zo is door de genade de veelheid van talen weder teniet gedaan op de Pinksterdag, en zijn de mensen samengebracht tot de eenheid der Kerk.
Almachtige eeuwige God, die gewild hebt dat het Paasgeheim in een mysterie van vijftig dagen zou worden vervat; geef dat de volkeren, die door de verscheidenheid van talen werden verstrooid, door uw hemelse genade tot de éne belijdenis van uw Naam worden gebracht.
Heer, die door de kracht van uw Geest de taal der oude trotse torenbouwers in verwarring hebt gebracht, en omgekeerd aan uw jonge Kerk een wonderlijke rijkdom van talen hebt ingestort, zodat wat eerst een teken van afkeuring was, een teken werd van uw genade, en afbraak van ijdelheid de opbouw van het geloof; laat nu uw beloofde Heilige Geest komen over de verzamelde leden van uw gezin. Hij verdrijve uit ons de zucht naar allerhande kwaad, en vermeerdere in ons de verdienste van heiligheid. Gij die zoveel gaven belooft, geef ons nu wat Gij hebt toegezegd. Moge uw Kerk branden door dat vuur, waarin zij het ware geloof bezit en alle waarheid heeft ontvangen. Hij schrijve aller namen in het boek des
| |
| |
hemels, en geve rust aan wie gestorven zijn; Hij, die in het éne goddelijke Wezen altijd uw gelijke blijft. Amen.
| |
Prosa van Notker den Stamelaar
De Sequentia Veni Sancte Spiritus heeft in het missaal de plaats ingenomen van onderstaande zang, welke werd vervaardigd door den vromen monnik Notker den Stamelaar.
De genade des Heiligen Geestes sta ons bij, opdat zij onze harten Hem make tot een woning, en er verdrijve alle geestelijke boosheid.
Heilige Geest, licht van de mensen, verdrijf het gruwelijk duister onzer ziel.
Heilige minnaar steeds van gedachten vol inzicht, stort uwe zalving goedgunstig over onze zinnen.
Gij die zuivert van alle boosheid, Geest, reinig het oog van onzen inwendigen mens.
Opdat wij den hoogsten Vader kunnen aanschouwen, dien kunnen zien alleen de ogen van een zuiver hart.
Gij hebt de profeten opgewekt om Christus' heerlijke lof vooruit te verkonden.
Gij hebt de apostelen gesterkt om de trofee van Christus over geheel de wereld te dragen.
Toen door zijn Woord God heeft gemaakt het samenstel van hemel, aarde en zee, hebt Gij, Geest, zwevend boven de wateren, uw macht uitgestrekt.
Om de wezens het leven te schenken, bevrucht Gij de wateren.
Door uw adem geef den mensen geestelijk te zijn.
De wereld, door talen en zeden verdeeld, hebt Gij weer één gemaakt, o Geest; de knechten der beelden roept Gij terug tot de dienst van God.
O beste der meesters, wij bidden U daarom: verhoor ons genadig, Heilige Geest; want zonder U - wij geloven het - zijn alle gebeden ijdel en Gods oren onwaardig.
Gij, die de heiligen aller eeuwen hebt onderwezen door de aandrang van uw wil, en hun geest hebt omvat, Gij hebt heden de apostelen van Christus verrijkt met een ongewoon en door de eeuwen ongehoord geschenk; en zo hebt Gij deze dag gemaakt tot een dag vol heerlijkheid.
| |
Aanroeping van den Heiligen Geest,
toegeschreven aan den heiligen Augustinus
Neem nu, Gij, liefde van het goddelijke Wezen, heilige band tussen den almachtigen Vader en den allerzaligsten Zoon, almachtige Voorspreker en Geest, Trooster vol liefde van wie bedroefd zijn, neem nu met macht uw intrek diep in mijn hart. Woon in de donkere hoeken van dat verwaarloosde huis en verblijd het met uw stralend licht. Bevrucht de grond van mijn hart, zo lang reeds triest en verdord, met uw overvloedige dauw. Laat uw heilzame
| |
| |
vlammen binnendringen diep in mijn gevoelloos hart. Laat het licht van uw heilige vuurgloed geheel mijn lichaam en geest overstralen.
Drenk mij met de stroom van uw verrukking, opdat ik geen lust meer heb te proeven van de giftige zoetheid der wereld. Oordeel mij, Heer, en beslecht mijn zaak voor een onheilig volk; leer mij uw wil te volbrengen, want Gij zijt mijn God. Ik geloof, dat Gij iederen mens bij wien Gij uw intrek neemt, tot een woning maakt van den Vader en den Zoon. Zalig hij die U tot gast mag hebben, want door U nemen Vader en Zoon bij hem hun verblijf. Kom dus, milde trooster der treurende ziel, die op het juiste ogenblik bescherming biedt en hulp in de nood. Kom, Gij die reinigt van zonden en alle wonden heelt. Kom, Gij die de sterkte zijt der zwakken, en de gevallenen doet opstaan. Kom, leraar der nederigen, die de hoogmoedigen ten onder brengt. Kom, liefdevolle vader der wezen, zachte steun der weduwen. Kom, hoop der armen, verkwikker van hen die bezwijken. Kom, gesternte der zeevarenden, haven na schipbreuk. Kom, enig sieraad aller levenden, enige hoop van wie sterven. Kom, allerheiligste Geest, kom en ontferm U mijner; maak mij gereed U te ontvangen en daal dan genadig in mij neder, zodat mijn geringheid aan uw grootheid behaagt, mijn machteloosheid aan uw kracht, alles naar de maat van uw grote erbarming; door Jesus Christus mijn Heiland, die met den Vader in de eenheid met U leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Gebed tot den Heiligen Geest van den heiligen Petrus Damiani
Heilige Geest, almachtige God, één in wezen met den Vader en den Zoon en even eeuwig, uit Beiden voortkomend op onuitsprekelijke wijze, gewaardig U neder te dalen in mijn hart en er met uw wonderbare luister de duisternis van mijn boosheid te verdrijven. Gelijk een maagdenschoot door uw tussenkomst het Woord Gods kon ontvangen, zo sta mij bij met uw genade, opdat ik mijn Heiland in mijn geest kan dragen. Gij immers, Heer, zijt der geesten licht, der harten kracht en der zielen leven. Gij hebt U medegedeeld aan de heilige apostelen, opdat zij de geheimen van de verlossing der mensen volledig zouden kennen en de regel des geloofs zouden prediken volgens de strikte grenzen der waarheid. Gij hebt den heiligen martelaren de vrijmoedigheid gegeven om de vorsten der wereld niet te vrezen en de meest uitgezochte pijnen standvastig en geduldig te doorstaan. Gij hebt gesproken door de profeten; Gij hebt in de aartsvaders de fundamenten gelegd van het geloof. Gij hebt allen heiligen het willen en het kunnen gegeven, en bloei van allerhande
| |
| |
deugden waardoor zij zijn opgegaan naar de hemel.
Hoe zal ik dan, onzalige zondaar, zonder U behouden kunnen blijven, ik die zonder uw hulp zelfs niet weet wat ik vragen moet? Ja, Heer, als Gij U terugtrekt, leeft mijn ziel niet meer. Zoals het lichaam sterft wanneer de ziel wegkwijnt, zo moet de ziel terstond uitdoven als Gij heengaat. Maar als uw kracht tot mijn geest komt door uw verborgen genade, dan gevoel ik, Heer, hoe hij terstond wordt gesterkt. Trekt Gij U echter terug, gedwongen door mijn zonden, dan wordt mijn onzalige ziel aanstonds dor en stom en bouwvallig, en is zelfs onmachtig zich ijverig toe te leggen op het gebed. Daal dus in mij neer, eeuwige Levendmaker, en ontsteek in mijn ijskoude borst de vlam uwer liefde. Laat water vloeien over mijn hoofd, en breek de stenen hardheid van mijn gemoed. Vóór het ontstaan der wereld immers hebt Gij gezweefd boven het water, en ook nu daalt Gij om de zielen te reinigen neder in de levengevende wateren van de doopvont. Kom derhalve tot mij met het water van het berouw, en geef mij tranen tot drank in overvloed. Wee mij, ellendige zondaar; dagelijks doe ik talloze dingen waarom ik schreien moest, maar schreien kan ik niet. Laat daarom de dauw van uw genade in mij druppelen, Heer, opdat mijn van uw levensbron verstoken en verdorde ziel onder uw aandrang weer begint te groenen. Zie, Heer, ik zet mijn hart volledig voor U open; ik ontvouw U de geheimen van mijn hart, en snak er naar dat Gij U gewaardigt tot mij in te gaan. Het oog van het lichaam heeft zijn licht, de zichtbare zon; maar mijn binnenste ziet uit naar U, die het licht zijt van de zielen. Verlicht mij, Gij die den blindgeborene het licht der ogen hebt gegeven. Gij die Lazarus hebt opgewekt, maak mij levend. Onzalige ziel, gij zijt het leven van het lichaam, en ligt zelf dood terneer. Gij zijt dood voor uzelf en leeft voor een ander; terwijl gij zelf in het donker vertoeft, geeft gij licht aan wat buiten u is. Kom dan, bid ik U, Geest van waarheid, en drijf met sterke arm alle
duisternis van dwaling uit mij weg. Vonnis wie mij schaden wil, en bevecht wie mij belagen. Grijp wapenen en schild, sta op om mij te helpen. Gij, zuiveraar en levengever, Geest, almachtige eeuwige God, een verterend vuur zijt Gij. Gij zijt de Geest die vonnist, Gij zijt de Geest die schroeit. Grijp mijn ziel aan, wis met uw krachtige gloed alle roest van schuld en ondeugd af, en verjaag den bozen geest, uw vijand, uit al mijn zinnen. Dat God opsta en zijn vijanden heenvluchten, en allen die Hem haten, vlieden voor zijn aangezicht. Zoals rook vervliegt, zo mogen zij vervliegen; als was voor het vuur, zo mogen de zondaars vergaan voor het aangezicht van God.
| |
| |
Kom, gezegende Geest der waarheid, treed binnen en doorvors geheel mijn binnenste. Neem alles weg wat is aangetast, en maak mij vol van uw reinheid. Geef mij te sterven aan mijzelf, om voor U te leven. Dood in mij alle haarden van vleselijke lust, brand mij rein van alle ondeugd, en maak mij der wereld afgestorven. Kom, Geest van zegening, en doortrek alle schuilhoeken van mijn binnenste met uw zoetheid. Laat mijn ziel wegkwijnen van verlangen naar uw komst, door U worden vernieuwd en van U hemelse kracht ontvangen. Moge mijn ziel de rijke zegening ontvangen van uw genade, Heer; laat haar zich te goed doen aan uw onuitsprekelijke zoetheid, opdat zij in staat zij U rijke gaven te offeren. Verlicht mij, licht der waarheid, ontsteek en zuiver mij. Gij immers zijt de gever der genaden, de bewerker der heiligheid en de vergiffenis van alle zonden. Onophoudelijk doet Gij de engelen in liefde tot U ontvlammen; door de brand uwer liefde staan de cherubim en seraphim in overgelijkelijke gloed. Bind mij geheel aan U, o Heer, neem mij geheel in bezit, laat mij in geen enkel opzicht buiten U staan; maar leef Gij alleen in mij, laat mij voor U alleen leven; Gij, enig ware God, die leeft en in heerlijkheid zijt in de volmaakte Drievuldigheid door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Gebed van den heiligen Bonaventura om de zeven gaven van den Heiligen Geest
De zeven gaven van den Heiligen Geest noemt de profeet Isaias, waar hij zegt: ‘En rusten zal op Hem de Geest des Heren: de geest van wijsheid en verstand, de geest van raad en sterkte, de geest van kennis en godsvrucht; en de geest van de vreze des Heren zal Hem vervullen’ (Is. 11, 2-3). Deze gaven, welke wij in de genade van God ontvangen, zijn wel te onderscheiden van de deugden; zij zijn veeleer de vaardigheden welke ons in staat stellen gemakkelijk en vlug aan de inspraken Gods te beantwoorden en de deugden te beoefenen.
Wij bidden den liefdevollen Vader, door U, zijn eniggeboren Zoon, die voor ons zijt mens geworden, zijt gekruisigd en verheerlijkt, dat Hij ons uit zijn schatkamer zende den Geest van zevenvormige genade, die op U in alle volheid heeft gerust: den Geest van wijsheid, opdat wij de vrucht van de boom des levens genieten, Uzelven namelijk, vol levendmakende zoetheid; de gave van verstand, opdat het inzicht van onze geest worde verlicht; de gave van raad, opdat wij de rechte weg bewandelen in het voetspoor uwer schreden; de gave van sterkte, opdat wij het geweld van de aandringende vijanden kunnen doen verslappen; de gave van kennis, opdat wij, om goed van kwaad te kunnen onderscheiden, vervuld worden met de schittering uwer heilige lering; de gave van liefde, opdat wij vol zullen zijn van
| |
| |
ontferming; de gave van vreze, opdat wij wijken van alle kwaad en bedwongen worden door eerbied voor uw eeuwige Majesteit. Gij hebt gewild, dat wij dit in het heilige gebed, dat Gij ons leerdet, zouden vragen; dit vragen wij nu dan ook om wille van uw kruis en tot eer van uw allerheiligste Naam, aan welke met den Vader en den Heiligen Geest alle eer zij en heerlijkheid, dankzegging, luister en heerschappij, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Gebed van kardinaal Newman tot den Heiligen Geest, den gever van het leven
Ik aanbid U, mijn Heer en God, eeuwige Voorspreker, in eeuwigheid gelijk aan den Vader en den Zoon. Ik aanbid U als het leven van al wat leven heeft. Door U wordt het samenstel van geheel de stoffelijke wereld in stand gehouden, blijft zij op haar plaats, en beweegt zij zich volgens de orde en betrekking van haar onderscheiden delen. Door U werd de aarde in haar tegenwoordige toestand gebracht, en rijpte zij in zes dagen tot een woonplaats voor de mensen. Door U gedijen en komen tot voltooing alle bomen, kruiden en vruchten. Door U volgt de lente op de winter en maakt zij alle dingen nieuw. Dit wonderbare en schone, dit onweerstaanbare uitbreken tot nieuw leven, ondanks alle belemmeringen, deze ontzagwekkende overwinning van de natuur, wat is het anders dan het werk van uw heerlijke tegenwoordigheid! Door U leven dag aan dag de vele soorten redeloze dieren; dat zij ademen, het is dank zij U. Gij zijt het leven van geheel de schepping, o eeuwige Vertrooster. En als dit waar is van de redeloze en stoffelijke wereld, hoeveel meer waar is het van de wereld der geesten! Door U, almachtige Heer, lofzingen U de engelen en heiligen in de hemel. Door U verkrijgen onze eigen dode zielen het leven om U te dienen. Uit U is iedere goede gedachte en begeerte, ieder goed verlangen, iedere goede inspanning, ieder goed resultaat. Door U worden zondaars omgevormd tot heiligen. Van U ontvangt de Kerk nieuwheid en kracht; door U gaan kampioenen hun weg, en worden martelaren tot hun zegekroon gebracht. Door U komen nieuwe landen tot het geloof, worden nieuwe uitingen en uitdrukkingen gegeven aan de oude apostolische belijdenis. Ik prijs en aanbid U, mijn souvereine Heer en God, Heilige Geest.
| |
Strofen uit de Griekse liturgische boeken
Alle gaven schenkt de Heilige Geest; Hij bevrucht de profetieën, wijdt de priesters, onderricht ongeletterden in wijsheid, maakt vissers tot leraren van goddelijke wetenschap; geheel het samenstel der Kerk is door Hem inge- | |
| |
richt. Gij, Vertrooster, die hetzelfde wezen en dezelfde troon bezit als de Vader en de Zoon, eer zij aan U.
Wij hebben het waarachtige Licht gezien, wij hebben den hemelsen Geest ontvangen en het ware geloof gevonden, toen wij de heilige Drievuldigheid aanbaden; want Zij heeft ons gered.
Hemelse Koning, Trooster, Geest der waarheid, die alomtegenwoordig zijt en het al vervult, schat van alle goed en Meester van het leven, kom en neem uw intrek in ons; reinig ons van alle smet en, in uw goedheid, red onze zielen.
Christus, onze waarachtige God, die na de schoot des Vaders verlaten te hebben geheel onze menselijke natuur heeft aangenomen en haar heeft vergoddelijkt, is weer ten hemel gestegen om plaats te nemen aan de rechterhand van zijn God en Vader Vandaar heeft Hij den goddelijken en heiligen Geest, gelijk in wezen, macht, majesteit en eeuwigheid, tot zijn heilige leerlingen en apostelen gezonden en heeft hen door Hem verlicht, gelijk Hij hen tot lichten stelde over geheel de wereld. Daarom bidden wij, dat Hij door de voorbeden van zijn allerzuiverste en vlekkeloze Moeder, van de heilige, roemrijke en gelukzalige apostelen, die God hebben gepredikt en vervuld waren van den Heiligen Geest, en op voorspraak van alle heiligen, ons barmhartigheid bewijze en zalig make door zijn goedheid. Amen.
|
|