Loflied op de wederkomst des Heren uit de Syrische liturgie
Ontsteekt uw lampen, broeders, want zie, de Bruidegom nadert en reeds is Hij daar. In het paradijs der zalige geesten geeft Hij den rechtvaardigen een plaats op de dag der vergelding.
Hij doet hen nederzitten op tronen van licht, en zij zullen Hem prijzen op hun citers. Bij zijn nadering, als Hij zal komen, zullen zich verblijden allen die Hem hebben verwacht en op zijn Naam hebben gehoopt.
Zie, de Bruidegom is nabij, zie, reeds is Hij daar; welzalig hij die zich met Hem heeft bekleed.
Hij vlecht een krans van luister voor de gerechtigen, die op zijn Naam en in zijn heil hun hoop hebben gesteld.
Als de eerstgeborene is Hij ter helle neergedaald, om de doden op te wekken uit hun graf.
Toen de rechtvaardigen in de onderwereld zijn luister aanschouwden, verlangden zij den Zoon van den barmhartigsten Vader tegemoet te gaan.
Hun smarten en beproevingen zijn voorbijgegaan, toen zij hun Heer zagen hangen aan het hout.
Hij gaf ons het leven om wille van zijn ontferming, en heeft onze sterfelijkheid met de engelen verenigd.
De dood legde den mensen zijn lagen, maar Hij is in zijn goedheid gekomen om ons daarvan te bevrijden.
U zij lof, Gij, Heer der engelen, wiens komst de bedroefde bewoners der onderwereld heeft verblijd.
Want toen is de nacht gevlucht en vergaan, en is zijn licht verschenen aan de schepping.
Hij is nedergedaald uit den hoge en heeft ons gered; Hij is weer opgestegen, en zie, weer is Hij gezeten aan de rechterhand des Vaders.
Bij zijn wederkomst verlangen Hem tegemoet te gaan wie naar Hem hebben uitgezien, en op zijn Naam hebben vertrouwd.
Hij is binnengegaan in de onderwereld en heeft haar overstraald met zijn licht; en de duisternis heeft Hij van de doden afgewenteld.
Door de vrucht welke hij at, is Adam gedood; maar de vrucht die nederdaalde uit den hoge, heeft ons gered.
Hij die de doden opwekt, verbrijzelt de graven; Hij openbaarde ons het teken van zijn grote dag.
Zie, deze dag der opstanding nadert en is reeds nabij; gelukkig wie hem verbeiden.
Groot is de dag, op welke Hij zal komen; wanneer al wat verborgen is, zal worden geopenbaard.
Die slapen in het stof, zullen op de dag der verrijzenis zijn stem vernemen, en uitgaan om Hem te ontmoeten.
De mens zal verrijzen en zich verbazen, en heengaan naar de plaats die rijk is aan alle goed.