| |
| |
| |
Getijden op de derde zondag na pasen
Op Zaterdag voor de derde Zondag na Pasen kan men de Vespers bidden zoals op de volgende Zondag, bladz. 795, maar met de psalmen van Zaterdag, bladz. 217.
| |
De lauden
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
Ant. Alleluja. |
Ant. Alleluja. |
Onder deze éne antifoon bidt men de vijf psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
Ant. Alleluja, alleluja, alleluja. |
Ant. Alleluja, alleluja, alleluja. |
| |
Kapittel 1 Petr. 2, 11
VEELGELIEFDEN, ik smeek u, dat gij u, als vreemdelingen en pelgrims, onthoudt van de begeerten des vleses, die strijd voeren tegen de ziel. ℟. Gode zij dank. |
CARISSIMI: Obsecro vos tamquam advenas et peregrinos abstinere vos a carnalibus desideriis, quae militant adversus carnem. ℟. Deo gratias. |
Lofzang Aurora lucis rutilat met het volgende vers, bladz. 788.
Ant. Een korte tijd, * en gij zult Mij niet meer zien, zegt de Heer; en wederom een korte tijd, en gij zult Mij wederzien, want Ik ga tot den Vader, alleluja, alleluja. |
Ant. Modicum, * et non videbitis me, dicit Dominus: iterum modicum, et videbitis me: quia vado ad Patrem, alleluja, alleluja. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
|
Laat ons bidden. - God, die aan de dwalenden het licht van uwe waarheid toont, opdat zij zouden kunnen terugkeren tot de weg der gerechtigheid; geef alleen die de christelijke leer belijden, datgene te verfoeien wat met die naam strijdig is, en naar hetgeen er mee overeenkomt te streven. Door onzen Heer. |
Oremus. - Deus, qui errantibus, ut in viam possint redire justitiae, veritatis tuae lumen ostendis: da cunctis qui christiana professione censentur, et illa respuere, quae huic inimica sunt nomini; et ea quae sunt apta, sectari. Per Dominum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
| |
| |
| |
De vespers
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
Ant. Alleluja. |
Ant. Alleluja. |
Onder deze éne antifoon bidt men de vijf psalmen zoals op Zondag, bladz 189.
Ant. Alleluja, alleluja, alleluja. |
Ant. Alleluja, alleluja, alleluja. |
| |
Kapittel 1 Petr. 2, 11
CARISSIMI: Obsecro vos tamquam advenas et peregrinos abstinere vos a carnalibus desideriis, quae militant adversus carnem. ℟. Deo gratias. |
VEELGELIEFDEN, ik smeek u, dat gij u, als vreemdelingen en pelgrims, onthoudt van de begeerten des vleses, die strijd voeren tegen de ziel. ℟. Gode zij dank. |
Lofzang Ad coenam Agni providi met het volgende vers, bladz. 790.
Ant. Amen dico vobis, * quia plorabitis et flebitis vos: mundus autem gaudebit, vos vero contristabimini, sed tristitia vestra convertetur in gaudium, alleluja. |
Ant. Voorwaar Ik zeg u, * dat gij zult jammeren en wenen; maar de wereld zal zich verblijden. Wel zult gij bedroefd zijn, maar uw droefheid zal verkeren in vreugde, alleluja. |
Lofzang Magnificat, bladz. 198.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, qui errantibus, ut in viam possint redire justitiae, veritatis tuae lumen ostendis: da cunctis qui christiana professione censentur, et illa respuere, quae huic inimica sunt nomini; et ea quae sunt apta, sectari. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - God, die aan de dwalenden het licht van uwe waarheid toont, opdat zij zouden kunnen terugkeren tot de weg der gerechtigheid; geef allen die de christelijke leer belijden, datgene te verfoeien wat met die naam strijdig is, en naar hetgeen er mee overeenkomt te streven. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater noster. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
Hierna bidt men ter ere van de heilige Moeder Gods: Regina caeli, bladz. 201.
¶ Tot en met de Lauden van de volgende Zaterdag kan men de
| |
| |
Lauden en de Vespers bidden zoals op de derde Zondag na Pasen, maar met de psalmen van de betreffende weekdag.
|
|