Gebed tot Christus, het licht der wereld
Nu weten wij dat Christus, het Licht van het eeuwige Licht, ook in waarheid het licht der wereld is. Moge Hij ook ons licht zijn, het licht in onze lampen waarmede wij den Bruidegom wachten, die plotseling zal komen, midden in de nacht, gelijk Hij ook nu in de nacht heerlijk en lichtend uit het graf is opgestaan. In dat licht zal Hij reeds bij ons zijn, terwijl wij wachten op zijn lichamelijke wederkomst.
In de kerken zien wij vandaag den verrezen Heer verbeeld door het licht van de paaskaars, de lichtzuil die de Joden bij het Paasfeest der voorafbeelding voorging naar de Rode Zee, gelijk Hij de dopelingen van deze dag en ons allen is voorgegaan naar de doopvont der wedergeboorte.
Christus, onze verlossing, die eenmaal deze nacht verlicht hebt door uw machtige verrijzenis, wij smeken U in deze nacht, waarin Gij zelf levend zijt verrezen uit de doden, den levenden vergeving van hun zonden en den doden rust te geven.
Verhoor ons, nimmer dovend licht, Heer onze God, Licht van het enige Licht; Gij die de bron zijt van het licht; zelf licht en maker van het licht, dat Gij hebt geschapen en ontstoken; Gij, licht van uw engelen, van de Tronen, Heerschappijen, Vorstendommen, Machten en van alle geestelijke wezens welke Gij hebt geschapen; Gij, het licht van uw heiligen. Mogen onze zielen uw lampen zijn, voor U brandend en door U ontstoken. Mogen zij lichten van waarheid, branden van liefde, uw glans verspreiden en niet doven, branden en nimmer tot as vergaan. En gelijk wij door de lichten welke wij in uw heiligdom hebben ontstoken, de nacht verdrijven, zo verdrijf ook Gij de duisternis uit ons hart. Laat ons uwe woning zijn, welke van U licht ontvangt en in U licht geeft. Laat ons onverzwakt licht geven en U altijd vereren; laat ons in U worden ontstoken en nimmer doven. Amen.