het Kruis dat wij gisteren vierden als door de verwachting van het Pasen der glorievolle Verrijzenis.
Overweging over Christus' nederdaling ter helle (bewaard bij de geschriften van Epiphanius) - Heden is er een grote stilte op de aarde, en een grote verlatenheid. Er is een grote stilte, want de Koning slaapt. De aarde was ontsteld en is weer tot rust gekomen, want God is in het vlees ontslapen en heeft hen, die reeds eeuwen in slaap waren verzonken, weer opgewekt. God is in het vlees gestorven, en de onderwereld heeft gesidderd. God is voor een korte tijd ingeslapen en heeft hen, die in de onderwereld zijn, doen verrijzen.
Waar zijn nu die horden van gisteren, waar is het geschreeuw en tumult tegen Christus? Waar zijn volk en bespotting, legermacht, zwaarden en lansen? Waar zijn nu koningen, opperpriesters en rechters? Zij hebben de hoeksteen Christus trachten weg te werpen, maar zijn zelf verpletterd geworden. Zij hebben den groten Samson gebonden, maar Hij heeft de eeuwenoude boeien verbroken en de goddelozen ten onder doen gaan. De zon Christus is nedergedaald onder de aarde, en heeft eeuwige duisternis gebracht over zijn vijanden.
Vandaag is er heil voor hen die op en onder de aarde zijn. Vandaag is er heil voor geheel de wereld. Zij die waren ontslapen, verheugen zich; die in duisternis en schaduw van dood zijn gezeten, aanschouwen een verblindend licht. De dienaren ontvangen hun Heer, de doden hun God, de stervelingen het leven, de schuldigen den schuldeloze, wie in het duister zijn het licht zonder avond, de gevangenen den beschermer van hun vrijheid, de geringen Hem die verheven is boven de hemelen.
Laat ons tegelijk met Christus afdalen onder de doden, en overwegen welk een groot geheim hier wordt voltrokken. Laat ons luisteren naar de verheven betekenis van Christus' lijden, welke hier wordt geopenbaard. Laat ons luisteren en lofzingen, vieren en belijden de grote wonderwerken Gods: hoe de oude wet heeft afgedaan en de genade is opgebloeid; hoe de voorafbeeldingen en schaduwen zijn voorbijgegaan en de zon het aardrijk overstraalt; hoe het Oude Testament verouderd is en het Nieuwe wordt uitgeroepen; hoe al wat oud was, is voorbijgegaan, en alles uitbloeit tot nieuwheid.