| |
Gebeden en oefeningen ter ere van het heilig lijden des Heren
De gedachten welke de lofzangen en improperia bij de verering van het Kruis gedurende de morgendienst in ons wekken, zullen ons de gehele Goede Vrijdag bijblijven. Volgens een vroom gebruik zullen wij gedurende de dag andermaal het Kruis komen eren dat in de kerk op een ereplaats is uitgesteld. Een vrome christelijke gewoonte is ook op deze dag de oefening van de Kruisweg te houden, de uren welke Christus aan het kruis hing, d.i. van het zesde tot het negende uur (van twaalf uur tot drie uur in de middag), in gebed door te brengen of althans het uur van de dood des Heren te herdenken door overweging en gebed.
¶ Overwegingen en gebeden voor de oefening van de Kruisweg vindt men op bladz. 978 en 983. Andere gebeden ter ere van Christus' lijden en kruis op bladz. 991 vlg. en 900 vlg.
Het uur herdenkend dat de Heer Zich overgaf, het uur dat Hij gelijk een schaap ter slachting werd gevoerd en als een geschoren lam, van louter zachtheid de mond niet openend, Zich gewillig naar het kruis liet leiden en het besteeg; het uur dat Hij geofferd werd volgens zijn wil: laat ons onze zielen aanbevelen aan Christus, den Heer, den goeden God; laat ons met zijn goedkeuring onze zonden leggen op het onbevlekte Lam, opdat Hij, die zonder zonde is, onze zonden draagt en te niet doet.
Christus God, grote Heer, kruisig ons met U, weg van deze wereld, opdat uw leven in ons zij, en leg onze zonden op U om ze te kruisigen, en trek ons tot U, nu Gij voor ons verheven zijt van de aarde om ons te onttrekken aan den valsen tyran. Want hoewel van nature en door onze zonden den duivel verpand, wensen wij toch U en niet hem te dienen, willen wij onder uw wetten leven, en vragen wij door U bestuurd te worden, door U die ons stervelingen, door de dood belaagd, door de dood aan het kruis hebt willen bevrijden. Deze bijzondere weldaad gelde heden onze vrome dienstbaarheid; U smeken en vragen wij heden in nederige aanbidding: haast U tot ons, o eeuwige, sterke God! Heilzaam zij ons uw kruis; het moge over de wereld in ons triomferen. Uwe goedheid moge ons ge- | |
| |
nadig en krachtig het oude voorrecht teruggeven. Gij die door uw macht de toekomst tot verleden maakt en door uwe tegenwoordigheid het verleden tegenwoordig doet zijn, geef dat uw lijden ons hier en nu heilzaam zij, en dat uw heilig bloed dat eenmaal van het kruis op de aarde nederdrupte, ons nu zozeer tot heil strekke, dat het alle zonden onzer aarde wast en, met de grond van ons lichaam vermengd, ons van aardse mensen tot de uwe maakt, tot één lichaam wederom met U als met hun hoofd verbonden. Gij die altijd met den Vader en den Heiligen Geest heerst, begin nu ook te heersen over ons, Godmens, Christus Jesus, Koning in de eeuwen der eeuwen.
Hoe zullen wij schreien, Heer Jesus Christus, om uw kruis, zuchten en klagen om uw vergoten bloed? Wat zullen wij geven als beloning, als geschenk? Ach, nu wordt Gij om onzentwil gevangen genomen en gaat Gij schuldeloos gepijnigd worden, gegrepen en dan bespuwd, bespuwd en dan gegeseld, gegeseld en dan gekruisigd, gekruisigd en dan bespot, bespot en dan met azijn gelaafd, gelaafd en dan is het volbracht, het is volbracht en dan zult Gij wonderbaar verrijzen. Spaar ons, Heer Christus, spaar ons, vragen wij U, door de wonderlijke kracht van uw heilig lijden en verrijzenis. En zoals Gij den rover tot burger van het paradijs hebt gemaakt, moogt Gij door de overwinning van uw kruis geheel de wereld van het kwaad bevrijden en alle schepselen verlossen, opdat de glans der verrijzenis ons vol vreugde doe opstaan uit het slijk, waarin de duisternis van ons geweten ons heeft neergeworpen.
Jesus, onze God, die aan uw beulen de wang hebt geboden en om onzentwil met versmadingen zijt verzadigd; geef ons, uw ellendige dienaren, dat wij, onderricht door het voorbeeld uwer passie, altijd in staat mogen zijn uw zoete juk te dragen; opdat wij, lerend van U hoe mild Gij zijt en nederig van hart, door uw voorbeeld in uw passie delen en door uw bijstand de eeuwige zaligheid genieten.
Heer Jesus Christus, die ons heden door het lijden des kruises uit de slavernij des duivels hebt verlost, zodat Gij op dezelfde dag waarop Gij den mens geschapen hebt, hem het herstel hebt gebracht; verhoor mij, armzalige zondaar, die voor dit kruisbeeld mijn schuld belijd en smeek dat ik, beschut door dit vererenswaardig en levenbrengend hout, de vurige pijlen van den bozen vijand kan afweren, gevrijwaard blijve van verwondingen en tot het eeuwige leven kome.
Heer Jesus Christus, glorierijke Schepper der wereld, die, ofschoon Gij straalt in glorie en de gelijke zijt van den Vader en den Heiligen Geest,
| |
| |
onbevlekt vlees hebt willen aannemen en uw glorierijke heilige handen aan het kruishout hebt laten slaan om de kluisters van de hel te verbreken en het mensdom van de dood te bevrijden; ontferm U over mij, armzalige, onder misdaad bedolven en met smetten van ongerechtigheid bevlekt. Verlaat mij niet, o glorierijke Heer, doch scheld mij kwijt wat ik misdeed. Verhoor mij, Heer, die nu ter aarde lig en uw levendmakend kruis aanbid, opdat ik rein bij deze plechtige viering tegenwoordig zij. Amen.
| |
Gebed van den heiligen Leo den Grote
Hoe wonderbaar is de macht van het kruis, hoe onzegbaar groot de luister van het lijden. Want in het kruis staat de rechterstoel des Heren opgericht, en door het lijden wordt de wereld geoordeeld en wordt de heerlijkheid van den Gekruisigde openbaar. Gij hebt immers alles tot U getrokken, Heer; en toen Gij de gehele dag uw handen uitstrekte tot het ongelovig en U wederspannig volk, heeft geheel de wereld het inzicht ontvangen hoezeer uw Majesteit moet worden geloofd. Gij hebt alles, Heer, tot U getrokken; want alle natuurkrachten hebben tegen de misdaad der Joden hetzelfde vervloekend oordeel uitgesproken: de sterren des hemels hielden zich in duisternis, de dag verkeerde in nacht, een ongewoon beven schokte de aarde, alle schepsel ontzegde den goddelozen zijn dienst. Gij hebt alles, Heer, tot U getrokken; want bij het scheuren van de voorhang des tempels werd het Heilige der heiligen aan de onwaardige priesters ontnomen, en zo veranderde de voorafbeelding in waarheid, de voorzegging in verwerkelijking, de Wet in Evangelie. Gij hebt alles, Heer, tot U getrokken, opdat hetgeen in de éne tempel van Judea in schaduw van voorafbeelding werd gevierd, door de godsvrucht van alle volkeren ter wereld - nu het geheim in vervulling is gegaan en openbaar is geworden - zou worden vereerd. Daarom is nu de stand der levieten eerbiedwaardiger, groter de waardigheid der oudsten en heiliger de zalving der priesters; want uw kruis is de boom van alle zegening, de oorzaak van alle genade. Door zijn zwakheid geeft het den gelovigen kracht, door zijn smaad geeft het heerlijkheid, door zijn dood geeft het leven. Nu heeft de verscheidenheid van dierenoffers opgehouden en hebben de menigvuldige offeranden der oude Wet in het éne offer van uw lichaam en bloed hun vervulling gevonden; want Gij zijt het ware Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt. En zó verwerkelijkt Gij in Uzelven alle geheimen van de voortijd, opdat - gelijk één offer in de plaats
van zovele offeranden is getreden - alle volken tot één rijk zouden worden verenigd.
| |
| |
| |
Gebed, opgetekend door den heiligen Petrus Damiani
God, om de levens te redden die met dodelijk gif waren besmet, hebt Gij uw dienaar Moses bevolen in de dorre woestijn te midden van het volk een koperen slang op te richten, opdat, door er naar op te zien, een ieder die een dodelijke wonde had, het dodende gif zou ontgaan en het begeerde leven der gezondheid zou verkrijgen. Gij hebt daardoor te verstaan gegeven, dat Gij zelf eens na lange tijd tot heil van uw schepselen opgeheven zoudt worden aan het hout van het kruis, om hen, die de duivel met het wapen van zijn afgunst had gevangen, door uw heilzaam lijden terug te roepen naar het vaderland. Verleen zowel aan mij, ellendige en zondaar, als aan allen die door uw bloed zijn vrijgekocht en die heden uw heilig lijden deemoedig vereren en het hout des levens aanbidden, met uw hulp de hinderlagen van den duivel te overwinnen en deelgenoten te mogen zijn van het eeuwige leven.
| |
Gebed van den heiligen Bonaventura
Zie neder, Heer, heilige Vader, vanuit uw heiligdom en uw verheven hemelwoning; zie neder, zeg ik, op het gelaat van uw Gezalfde; zie neder op deze heilige offergave, welke onze Hogepriester U aanbiedt voor onze zonden, en wees verzoeningsgezind jegens de ongerechtigheid van uw volk.
| |
Strofen uit de Griekse liturgische boeken
Komt gelovigen, laat ons aanbidden het levendmakende hout, waarop Christus, de Koning der heerlijkheid, vrijwillig zijn handen heeft uitgestrekt om ons te verheffen tot de zaligheid van het begin, van eer de vijand ons uit wraak bestal en ver van God tot ballingen maakte. Komt gelovigen, laat ons aanbidden het hout, waardoor wij de kracht ontvingen de hoofden der onzichtbare vijanden te verpletteren. Komt, alle stammen der volken, laat ons het kruis des Heren met lofzangen prijzen. Gegroet, gij kruis, van den gevallen Adam de volkomen verlossing. U kussen wij, christenen, vol vrees, en den aan u genagelden God verheerlijken wij, zeggende: Heer, die aan het kruis geslagen werd, ontferm U over ons in uw goedheid en liefde.
Heden wordt de Meester der schepping en de Heer der glorie aan het kruis genageld, en wordt zijn zijde doorboord. Met gal en edik wordt gelaafd Hij die de zoetheid is der Kerk; met een kroon van doornen wordt bedekt Hij die de hemel in wolken hult; met een spotmantel wordt omhangen, met een uit leem gevormde hand wordt geslagen Hij die met zijn hand den mens heeft geboetseerd; gegeseld op zijn rug wordt Hij die de hemel met wolken heeft omgeven; bespuwing en slagen lijdt Hij, bespotting en
| |
| |
geseling en alles verdraagt Hij, om mij die schuldig ben, mijn Verlosser en God, om de wereld van zonde te redden in zijn barmhartigheid.
Heden wordt Hij, die naar zijn wezen ontoegankelijk is, voor mij toegankelijk, duldt Hij het lijden, om mij van lijden te verlossen. Hij die het licht geeft aan de blinden, wordt door goddeloze lippen bespuwd, en geeft ter wille der gevangenen zijn rug aan geselslagen prijs. De Maagd en Moeder, toen zij Hem zag aan het kruis, riep in haar grote smart: ‘Ach, mijn Kind, waarom hebt Gij dit gedaan? Schoon van gestalte boven alle stervelingen, gelijkt Gij nu op een dode zonder aanzien, zonder schoonheid en gratie. Ach, mijn licht, ik kan U niet aanschouwen in de slaap des doods. Mijn ziel wordt verscheurd, en een gruwelijk zwaard snijdt door mijn hart.’ Ik bezing uw lijden en aanbid uw ontferming; lankmoedige Heer, lof zij U.
Wat eens Moses verbeeldde door zijn uitgestrekte armen, toen hij Amalek op de vlucht deed slaan, het grote kruis, zien wij heden voor onze ogen opgericht. Laat ons het eerbiedig kussen in zuiverheid van geest en lippen. Want daarop werd Christus verheven, toen Hij de dood heeft doen sterven. En zo groot een genade waardig geworden, laat ons allen in door God ingegeven liederen den Verlosser van het heelal bezingen, en bidden te mogen aanschouwen ook zijn heilbrengende verrijzenis.
Versterk, Heer, uwe Kerk, welke Gij hebt verworven door de kracht van uw kruis; want daardoor hebt Gij over den vijand getriomfeerd en geheel de wereld verlicht.
| |
Oefening ter ere van de vijf wonden van Christus
In de gebeden, welke de Engelse middeleeuwse kluizenaar Richard Rolle heeft samengesteld of voor eigen gebruik heeft overgeschreven, vinden wij een literair niet zeer schone maar treffende uitdrukking van de affectieve godsvrucht tot den lijdenden Verlosser, welke sinds zijn tijd in tal van devotievormen is uitgegroeid.
Ik aanbid U, o Kruis, ter ere van het kruis waaraan onze Heer Jesus Christus heeft gehangen. Allerzoetste Jesus, door de allerheiligste wonde welke Gij in uw rechterhand voor ons aan het kruis hebt verduurd, bid ik U dat Gij, gelijk deze U een bitterder pijn dan de andere wonden heeft aangedaan, ons evenzo van alle kwaad naar lichaam en ziel wilt verlossen.
Door de allerheiligste wonde, allerzoetste Jesus, welke Gij aan het kruis in uw rechtervoet hebt verduurd, geleid ons tot de kennis van de weg der waarheid.
Door de allerheiligste wonde, Jesus vol heerlijkheid, welke Gij in uw linkerhand voor ons aan het kruis hebt verduurd, bewaar onze handen, opdat zij niets verrichten wat U mishaagt.
| |
| |
Door de allerheiligste wonde, Jesus vol zaligheid, welke Gij in uw linkervoet voor ons aan het kruis hebt verduurd, bewaar onze voeten, opdat zij niet mogen treden naar de weg der boosheid, maar zich daar altijd verder van verwijderen.
Door de allerheiligste wonde, allerzoetste Jesus, van uw tedere zijde, ontsteek in ons hart de brand van uw zachtmoedige liefde, en doe ons ontvlammen en altijd verlangen naar wat U behaagt en ons tot voordeel is.
Door alle versmadingen die Gij voor ons aan het kruis hebt verdragen, allerzoetste Jesus; door de bespuwing, de vuistslagen, de bespotting en de beschuldigingen; door de boom waaraan Gij werd gebonden, toen Gij, hoewel onschuldig, zo wreed werd gegeseld; bij het kruis dat Gij hebt gedragen, en bij de doornenkroon, welke U om wille van ons, ellendigen, op het hoofd werd geplaatst; bewaar ons, bezoek ons, bestuur en vertroost ons. Verleen ons kwijtschelding van onze zonden wegens de zeer grote liefde waarmede Gij, o God, ons hebt liefgehad; Gij die als God leeft en heerst door alle eeuwen en eeuwen.
Moge het kruis waaraan Gij, allerliefste Jesus, om wille van ons heil hebt gehangen, ons nu en iedere dag een beschutting zijn tegen alle pijlen des vijands en tegen alle onheil. God, voor ons, zondaars, hebt Gij uw handen, uw voeten en geheel uw lichaam op het kruis uitgestrekt, hebt Gij geduld dat de Joden om uw allerheiligst lichaam te bespotten U een kroon van doornen op het hoofd plaatsten, hebt Gij op de martelpaal van het kruis de vijf wonden doorstaan, en hebt Gij ons met uw kostbaar en heilig bloed vrijgekocht. Geef ons, vragen wij, vandaag en iedere dag de boetvaardigheid te beoefenen, de onthouding en het geduld, de ootmoed en de zuiverheid. Verleen ons licht, inzicht, wijsheid en ware wetenschap voor immer. Door U, Jesus Christus, Verlosser der wereld, die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerst, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Gebed tot de heilige Moeder van God en den heiligen Joannes, staande onder het kruis
Ongeschondene en in eeuwigheid gezegende, uitzonderlijke en onvergelijkelijke maagd, Moeder Gods, Maria, liefelijke tempel van God, heiligdom van den Heiligen Geest, deur van het rijk der hemelen, door wie, buiten God, geheel het aardrijk leven heeft; neig het oor van uw mededogen tot mijn onwaardige smeekbeden en wees mij, zondaar, in alles een moederlijke toeverlaat.
Zalige Joannes, boezemvriend van Christus, die, om uw maagdelijkheid door denzelfden Jesus Christus onzen Heer uitverkoren tot den
| |
| |
meestbeminde boven de anderen en boven allen doordrenkt van hemelse geheimen, zijn zeer roemrijke apostel en evangelist zijt geworden; ook u roep ik aan met de Moeder van dienzelfden Heiland, dat gij u gewaardigt mij met haar uw hulp te verlenen.
O gij, twee sieraden des hemels, Maria en Joannes, gij, twee lampen, overheerlijk brandend voor God; verdrijft met uw stralen de nevels van mijn zonden. In u beiden heeft God de Vader door zijn Zoon op bijzondere wijze Zich een huis gebouwd, waarin de eniggeboren Zoon van God den Vader zelf wegens de verdienste van uw allerzuiverste maagdelijkheid het voorrecht van zijn liefde heeft bevestigd, toen Hij hing aan het kruis en één van u aldus toesprak: ‘Moeder dit is uw zoon’, vervolgens tot den ander: ‘Dit is uw moeder’. In de zoetheid van deze allerheiligste liefde, waarin gij toen door het woord van den Heer tot moeder en zoon met elkander verbonden zijt, beveel ik, zondaar, daarom u beiden mijn lichaam en ziel aan, dat gij u gewaardigt alle stonden en ogenblikken inwendig en uitwendig mij een sterke wacht te zijn en trouwe middelaars bij God.
Want ik geloof vast en belijd zonder twijfel, dat wat gij wilt ook Gods wil is, en wat gij niet wilt ook God niet wil. Vandaar dat gij al wat gij van Hem vraagt ook zonder uitstel verkrijgt.
Door deze zeer machtige kracht dus van uw waardigheid, vraagt voor mij heil naar lichaam en ziel. Zendt uw roemrijke gebeden op, vraag ik, opdat de verheven Geest Zich gewaardige mijn hart te bezoeken en er zijn intrek te nemen, opdat Hij mij reinige van alle onreinheden der boosheid, mij versiere met heilige deugden, mij vast doe staan en doe volharden in de liefde tot God en den naaste, en mij na dit leven voere tot de vreugde van zijn uitverkorenen; de zeer liefdevolle Trooster, de rijke Schenker van genaden, die één is in wezen met den Vader en den Zoon, en van alle eeuwigheid met Hen en in Hen leeft en heerst, God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
|
|