Palmzondag
In de veertigdaagse vastentijd is de Goede of Heilige Week welke heden aanvangt, de boeteweek bij uitstek gebleven. Als onze aandacht in de loop der laatste weken mocht zijn verslapt, dan herinnert de liturgie ons vandaag, dat wij met onze voorbereiding op de viering van het droevige Pasen des kruises ernst moeten maken. De evangelielezing der mis is vandaag het lange passieverhaal volgens sint Mattheus, het eerste der vier lijdens-evangeliën welke wij deze week zullen horen. Reeds overwegen wij de woorden van de een en twintigste psalm, waarin de profeet tot in bijzonderheden het lijden van den Heer heeft voorzegd. Zo groot is echter de zekerheid van Christus' overwinning, dat wij niet kunnen nalaten den Heer, die vandaag Jerusalem binnentrekt, ons blij Hosanna toe te roepen. Reeds voordat Hij gaat lijden, bezingen wij Hem als den overwinnaar. Want reeds zien wij Hem als den Koning van het geestelijke Israël der Kerk, dat slechts onvolkomen werd voorafgebeeld door de Joden die Hem met palmtakken tegemoet zijn getogen. Omdat wij weten dat Hij verrijzen zal, weten wij wat den apostelen eerst later duidelijk zou worden: dat vandaag in vervulling gaat hetgeen de profeet aangaande Hem zeide: ‘Vrees niet, dochter van Sion: zie, uw Koning komt, gezeten op een ezelsveulen’ (Zach. 9, 9).
Overweging - Op goddelijke ingeving trekt de menigte der Joden Jerusalem uit om den waren Koning tegemoet te gaan. Dit is ons het symbool der christelijke levenshouding, welke immers daarin bestaat dat wij Christus tegemoet moeten treden en Hem moeten zoeken. Het Pasen van de nieuwe wet moeten wij vieren met de reizigersstaf in de hand, het kleed omgord, gelijk Hij zelf tot zijn Vader is gegaan, ons met Zich medevoerend. (Bossuet)
Het is echter niet voldoende naar den Heer op weg te gaan en Hem te ontvangen met de roep van ‘Hosanna’. De Joden die vandaag Jerusalem doen weerklinken van hun vreugdekreten, zijn dezelfden die zullen roepen: Kruisig Hem, en: Moge zijn bloed komen over ons en over onze kinderen. Want om Hem te ontvangen hebben zij zich niet voorbereid door versterving, door vasten en boete. De enige wijze toch om den Heer te verwachten is tot Hem te gaan door onze goede wer-