| |
Overwegingen en gebeden voor de passietijd
Tijdens de laatste weken van de vasten overwegen wij in het bijzonder het heilige lijden des Heren.
¶ Vele andere gebeden en oefeningen ter ere van Jesus' heilig lijden vindt men op bladz. 991 vlg.
Overweging voor Passiezondag: Over het dragen van Christus' Kruis (naar den heiligen Leo den Grote) - Nu wij ons onmiddellijk op de viering van het heilige Paasmysterie voorbereiden, onderhouden wij terecht het vasten en volgen wij een strengere levenswijze dan wij de andere tijden van het jaar gewoon zijn te doen. Dit alles verkrijgt een diepere zin wanneer wij bedenken, dat wij aldus gemeenschappelijk althans enigszins deelnemen aan Christus' Kruis, en althans iets doen in hetgeen Hij gedaan heeft voor ons, zoals de Apostel zegt: ‘Indien wij met Hem lijden, zullen wij ook met Hem verheerlijkt worden’ (Rom. 8, 17). Een zekere en zorgeloze verwachting van de beloofde heerlijkheid is daar, waar wij oprecht en gestadig boete doen en aldus deel hebben aan het Kruis des Heren.
De Apostel zegt, dat ‘allen die godvruchtig in Christus willen leven, vervolging zullen lijden’ (2 Tim. 3, 12). Dit betekent geenszins dat wij in vredestijd, als de uiterlijke vervolging is gestild, de beoefening der godsvrucht niet zouden kunnen beoefenen. De Apostel vat onder het woord ‘vervolging’ slechts samen alle beproevingen waarop ook de Heer zinspeelt, als Hij ons zegt: ‘Wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mijner niet waardig’ (Mt. 10, 38). Want wij moeten er niet aan twijfelen dat dit woord niet slechts gesproken is tot Christus' leerlingen, maar tot alle gelovigen en tot geheel de Kerk. Terecht spreekt de Heer van het kruis dat ieder afzonderlijk past, omdat het door elkeen moet worden gedragen volgens eigen wijs en maat. Want hoewel de Apostel in het algemeen over ‘vervolging’ spreekt, de oorzaken van de strijd zijn velerlei; en gewoonlijk is er meer gevaar te duchten van een heimelijken belager dan van een openlijken vijand. Op velerlei wijze begeert het vlees tegen de
| |
| |
geest en de geest tegen het vlees. Dit ootmoedig uit Gods hand aan te nemen en het gestadig voeren van deze innerlijke strijd is het kruis van den christen, waaraan hij zich vrijwillig heeft gehecht met de nagelen van de onthouding en de vreze Gods. De ware vreze Gods nu vraagt van ons dat wij den lijdenden Christus navolgen in zijn nederigheid, zijn barmhartigheid en zijn liefde. En nimmer zullen wij ons kruis leren dragen, als wij ons voor de onthouding welke het van ons vraagt, niet voortdurend sterken door het gebed en de vrijwillige boete waardoor wij Gods kracht over ons afroepen.
Tweede overweging: Over het lijden des Heren - Word wakker, mijn ziel, en zie op naar het gelaat van uw Christus. Zie toch, zeg ik u, naar dat aangezicht, eens stralend in verblindende luister, en nu om uwentwil verhuld; vol pracht, en nu opgezwollen; vol zoete gratie, en nu bespuwd; vol liefelijke beminnelijkheid, en nu afzichtelijk geworden. Zie toe en beschouw wat de Heer op de aarde heeft gedaan. God wordt bespot, opdat gij zoudt worden geëerd; Hij wordt gegeseld, opdat gij zoudt worden vertroost; Hij wordt aan het kruis geslagen, opdat gij zoudt worden bevrijd; het vlekkeloze Lam wordt gedood, opdat gij er van zoudt eten; door de lansstoot vloeit er bloed en water uit zijn zijde, opdat gij er van zoudt drinken. Zie naar de prijs waarvoor gij werd vrijgekocht; let op het voorbeeld hoe gij u moet beteren.
Zie toe, mijn ziel, en beschouw hoe Christus, uw Heer en vriend, allerlei soorten pijn verduurt, in al zijn lichaamsdelen Hem aangedaan door alle klassen der mensen. Een koning bespot Hem, een landvoogd vonnist Hem, een leerling verraadt Hem, de apostelen verlaten Hem, opperpriesters, schriftgeleerden en farizeën leveren Hem over, heidenen geselen Hem, het volk veroordeelt Hem en soldaten slaan Hem aan het kruis. (H. Bonaventura)
Dat hoofd waarvoor de engelen sidderen, wordt door dichte dorens gestoken. Dat gezicht, schoon boven de zonen der mensen, wordt door de joden bespuwd en onteerd. Die ogen, helderder dan de zon, worden in de dood verduisterd. Die oren, welke de zangen der engelen hebben gehoord, horen de hoon der zondaren. Die mond, welke engelen onderricht, drinkt gal en azijn. Die voeten, wier rustbank wordt aanbeden daar zij heilig is, worden met een nagel aan het kruis gehecht. Die handen, welke de hemelen hun gestalte gaven, zijn aan het kruis gestrekt en met nagels vastgeklonken. Het lichaam wordt geslagen; de zijde met een lans doorboord. En wat al niet verder? Alleen zijn tong blijft ongedeerd, om voor de zondaars te bidden en zijn Moeder toe te vertrouwen aan den leerling. (H. Bernardus)
| |
Gebeden tot den lijdenden Christus
Nu de tijd wederkeert waarop Gij voor ons de tong van uw vervolgers hebt verduurd, zijt overgeleverd en gewond en aan het kruis geslagen, en wij, Christus, Zoon van God, met vrome toeleg van het hart het feest van uw passie beginnen
| |
| |
te vieren, vragen en smeken wij U, dicht bij ons te blijven. Want te midden van de kwelling is er niemand die ons helpt, behalve Gij alleen die ons opricht door het werk van uw lijden. Lever ons niet over aan onze vijanden ten verderve, maar neem uw dienaren aan ten heil; opdat de hoogmoedige spotters, de vijanden onzer ziel, worden terneer geworpen. Gij toch zijt de lamp der Godheid, in uw mensheid op de kandelaar van het kruis geplaatst; daarom vragen wij U, ook ons te ontvlammen, opdat wij de straf ontgaan. Nu Gij ziet hoe wij de aanvang van het feest uwer passie met vroom hart zijn begonnen, laat ons ook in uwe passie delen; opdat wij, ver van de verschrikking onzer duisternis, door de bijstand van uw licht worden beveiligd.
Geduldig verdraagt Gij, Christus, hen die uw leven belagen, en als een herder geeft Gij uw kudde een voorbeeld door de wapenen uwer vervolgers te verduren en zelfs den Vader voor hen te bidden. Geef ons daarom, Heer, dat wij door het geheim van uw passie van onze passies worden schoongewassen; opdat Gij, die wie U lasterden allergeduldigst hebt verdragen, hen die in U geloven ontrukt aan de eeuwige doem van het oordeel.
Christus, Zoon van God, de woeste horde uwer vervolgers vervolgt U met blinde razernij tot hun verblinding; want terwijl zij den Mens in U tuchtigen met lijden, blijft het wezen der Godheid in U hun onbekend. Geef ons dat wij, die U belijden als waren God en Mens, één Christus, verre mogen blijven van eeuwige straf.
Christus onze God, voor ons allen hebt Gij de smaad van het lijden doorstaan, toen Gij onder wie de vrede haatten vreedzaam werd bevonden, onschuldig door schuldigen aan het kruis werd geslagen, en zo het menselijk geslacht, evenals Lazarus reeds vier dagen gestorven, door uw dood ten leven hebt gewekt. Geef ons dat de boosheid der hoogmoedigen, die zich over ons vermenigvuldigt, ons niet overmeestere en de ijver van ons hart niet doe wijken van de overweging uwer wet. Dan zult Gij, die alleen voor ons allen dood en graf hebt ondergaan, aan hen die in U geloven het licht en de beloning van het eeuwige leven schenken.
Christus God, die tussen zondaren gehangen, de smaad van het kruis hebt willen verduren, geef ons het geduld van het volmaakte leven; opdat wij in diezelfde liefde, waarmede Gij voor de wereld de dood hebt ondergaan, door uw bijstand volmaakt worden bevonden. Dan zullen wij, op het voorbeeld uwer passie, de ergernis die ons wordt aangedaan geduldig verdragen, en - door het bloed van uw kruis dat alles tot vrede brengt - leden verdienen te worden van ons Hoofd.
| |
| |
Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die in handen van den vijand zijt gevallen, die uw beminnenswaardig leven voor ons, uw dienaren, ten dode hebt overgeleverd, en die daarna met de heerlijkheid van God den Vader uit het graf zijt opgestaan en de wereld hebt verlost; wij bidden uwe goedheid, dat uw genade over ons kome en dat wij op de dag van uw verrijzenis zonder smetten voor U staan.
| |
Gebed van den heiligen Augustinus
Ik weet niet wie ik anders bij U zal laten bemiddelen dan Hem, die de verzoening is voor onze zonden en, zittend aan uw rechterhand, voor ons ten beste spreekt. Zie, Hij is mijn voorspreker bij U, mijn God en Vader. Zie, Hij is de hogepriester die niet door bloed van iets of iemand anders verzoening behoeft, want met zijn eigen bloed is Hij bedekt en straalt Hij. Zie, Hij is de heilige offergave, aangenaam en volmaakt, aangeboden en aangenomen in geur van zoetheid. Zie, Hij is het vlekkeloze Lam, dat voor zijn scheerders verstomde, en dat geslagen en bespuwd en verguisd zijn mond niet opende. Zie, Hij die geen zonde deed, droeg onze zonden, en door zijn doodsstrijd heeft Hij onze ziekten genezen.
| |
Gebed uit de geschriften van Richard Rolle
Heer Jesus Christus, Verlosser der wereld, om wille van ons heil hebt Gij door de Joden verworpen willen worden; Gij hebt gewild dat Judas U met een kus verried; dat Gij met boeien beladen als een onschuldig lam ter slachtbank werd geleid; dat Gij voor Pilatus werd geleid, door valse getuigen werd beschuldigd, door gesels en bespotting werd gekweld, bespuwd, gekroond met doornen, geslagen en aan het kruis geheven; dat Gij onder de boosdoeners werd geteld, met scherpe nagelen doorboord, gelaafd met gal en azijn en met een lans doorstoken; dat Gij zoudt sterven aan het kruis. O allerliefste Jesus Christus, aller dingen Heer, bij die heiligste smarten vergeef mij al mijn zonden en scheld mij al mijn misdaden kwijt; bij de felheid van uw zo grote kwelling blus in mij uit de gloed van alle hartstocht; bewaar mij, Heer, voor alle slechte gedachten, voor schandelijk en ijdel spreken, voor alle boze daad, voor al mijn zichtbare en onzichtbare vijanden, voor een plotselinge en onvoorziene dood, voor alle verwarring en oneer, en eindelijk voor alle gevaren naar lichaam en ziel. Amen.
| |
Strofen uit de Griekse liturgische boeken
Heer, die door het kruis den sluwen vijand hebt gedood, van zijn bedrog verlos mij, die gezondigd heb en ben bedrogen; en, na mij door vasten te hebben gereinigd, geef mij uw wil te volbrengen, opdat ik
| |
| |
beschouwe, Heer, met blijdschap uw vererenswaardig lijden.
Nu wij het blijde feestmaal van de vasten gaan voleinden, laat ons roepen: bewaar allen in vrede, Heer, verlossend ons van elk bedrog des vijands, en maak ons waardig in uw grote goedheid uw vererenswaardig kruis met vrees te kussen, Gij die daardoor uw ontferming aan de wereld schenkt, Gij, enig in erbarmen.
Heiland, ware zoetheid, die eens het bittere water van Merrha hebt zoet gemaakt door het hout, voorafbeelding van het heilige kruis; daarop uitgestrekt hebt Gij vrijwillig bittere gal geproefd en uw zijde doen doorsteken, waaruit Gij de wereld met het water drenkt der vergeving, om opnieuw te vormen het deeg van het mensdom. Daarom verheerlijken wij uw onzegbare macht en smeken wij: Geef ons uw vrees, o Heer, ten tijde van het vasten, vergiffenis der zonden en uw grote ontferming.
Verlicht, des Heren Kruis, met de stralende schichten van uw genade de harten van wie u vereren en in Godgegrepen liefde omhelzen, gij, verlangen der wereld, waardoor der tranen schaamte is weggenomen, wij van de strikken van de dood verlost zijn en tot eeuwige vreugde zijn gekomen. Toon van uw schittering de heerlijkheid, de beloning schenkend der onthouding aan uw knechten, die vol geloof u vragen om uw rijke bijstand en grote ontferming.
Christus onze God, die vrijwillig de kruisiging tot algemene opstanding van het menselijk geslacht hebt aanvaard, en met de stift des kruises, met vingers rood geverfd van bloed, onze vrijlating koninklijk hebt ondertekend uit liefde voor de mensen; wijk niet van ons, die in gevaar verkeren en wederom van U zijn afgedwaald, maar ontferm U, Gij alleen lankmoedige, over uw volk in ellende, en sta op om te kampen tegen hen die ons bestrijden, almachtige.
|
|