| |
Getijden op palmzondag
¶ Op Zaterdag voor Palmzondag zijn de Vespers tot het Kapittel zoals op Zaterdag, bladz. 217; van het Kapittel af kan men de Vespers bidden zoals op Palmzondag, bladz. 644.
| |
De lauden
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
DE HEER God * is mijn helper; en daarom word ik niet beschaamd. |
DOMINUS Deus * auxiliator meus: et ideo non sum confusus. |
De psalm Miserere mei Deus en de volgende zoals op Zondag, bladz. 107.
2 Ant. Zij benauwen mij * van alle zijden; maar in de Naam des Heren word ik op hen gewroken. |
2 Ant. Circumdantes * circumdederunt me: et in nomine Domini vindicabor in eis. |
| |
| |
3 Ant. Judica causam meam: * defende, quia potens es, Domine. |
3 Ant. Richt mijn zaak; * verdedig mij, Heer, omdat Gij machtig zijt. |
4 Ant. Cum Angelis * et pueris fideles inveniamur, triumphatori mortis clamantes: Hosanna in excelsis. |
4 Ant. Met de engelen * en kinderen mogen wij vol geloof worden bevonden, den overwinnaar van de dood toeroepend: Hosanna in den hoge. |
5 Ant. Confundantur * qui me persequuntur, et non confundar ego, Domine, Deus meus. |
5 Ant. Te schande mogen worden * wie mij vervolgen; maar laat mij niet beschaamd worden, Heer, mijn God. |
| |
Kapittel Phil. 2, 5-7
Fratres: Hoc enim sentite in vobis, quod et in Christo Jesu: qui, cum in forma Dei esset, non rapinam arbitratus est esse se aequalem Deo: sed semetipsum exinanivit, formam servi accipiens, in similitudinem hominum factus, et habitu inventus ut homo. ℟. Deo gratias. |
Broeders, laat in u dezelfde gezindheid zijn, die er was in Christus Jesus. Daar Hij goddelijk was van wezen, heeft Hij het geen roof geacht aan God gelijk te willen zijn; maar toch heeft Hij Zichzelf vernietigd, door het wezen aan te nemen van een slaaf, door gelijk te worden aan de mensen, en uiterlijk te zijn als een mens. ℟. Gode zij dank. |
Lofzang Lustris sex qui jam peractis met het volgende vers, bladz. 633.
Ant. Turba multa, * quae convenerat ad diem festum, clamabat Domino: Benedictus qui venit in nomine Domini: Hosanna in excelsis. |
Ant. Een grote menigte, * welke bijeen was gekomen voor de feestdag, riep tot den Heer: Gezegend Hij die komt in de naam des Heren; hosanna in den hoge. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Oremus. - Omnipotens sempiterne Deus, qui humano generi, ad imitandum humilitatis exemplum, Salvatorem nostrum carnem sumere, et crucem subire fecisti: concede propitius; ut et patientiae ipsius habere documenta, et resurrectionis consortia |
Laat ons bidden. - Almachtige, eeuwige God, die onzen Zaligmaker het vlees hebt doen aannemen en de dood van het kruis doen ondergaan voor het menselijk geslacht, als een voorbeeld van nederigheid ter navolging; verleen goedgunstig, dat wij verdienen de lessen van zijn geduld te ontvangen en deelachtig |
| |
| |
te worden aan zijn verrijzenis. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
mereamur. Per eundem Dominum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
| |
De vespers
Tot het Kapittel zijn de Vespers zoals op gewone Zondagen, bladz. 187.
| |
Kapittel Phil. 2, 5-7
BROEDERS, laat in u dezelfde gezindheid zijn, die er was in Christus Jesus. Daar Hij goddelijk was van wezen, heeft Hij het geen roof geacht aan God gelijk te willen zijn; maar toch heeft Hij Zichzelf vernietigd, door het wezen aan te nemen van een slaaf, door gelijk te worden aan de mensen, en uiterlijk te zijn als een mens. ℟. Gode zij dank. |
FRATRES: Hoc enim sentite in vobis, quod et in Christo Jesu: qui, cum in forma Dei esset, non rapinam arbitratus est esse se aequalem Deo: sed semetipsum exinanivit, formam servi accipiens, in similitudinem hominum factus, et habitu inventus ut homo. ℟. Deo gratias. |
Lofzang Vexilla Regis prodeunt met het volgende vers, bladz. 634
Ant. Want er staat geschreven: * Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden; maar als Ik zal zijn opgestaan, zal Ik u voorgaan naar Galilea; daar zult gij Mij zien, zegt de Heer. |
Ant. Scriptum est enim: * Percutiam pastorem, et dispergentur oves gregis: postquam autem resurrexero, praecedam vos in Galilaeam: ibi me videbitis, dicit Dominus. |
Lofzang Magnificat, bladz. 198.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Laat ons bidden. - Almachtige, eeuwige God, die onzen Zaligmaker het vlees hebt doen aannemen en de dood aan het kruis doen ondergaan voor het menselijk geslacht, als een voorbeeld van nederigheid ter navolging; verleen goedgunstig, dat wij verdienen de lessen van zijn geduld te ontvangen en deelachtig te worden aan zijn verrijzenis. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
Oremus. - Omnipotens sempiterne Deus, qui humano generi, ad imitandum humilitatis exemplum, Salvatorem nostrum carnem sumere, et crucem subire fecisti: concede propitius; ut et patientiae ipsius habere documenta, et resurrectionis consortia mereamur. Per eundem Dominum. |
| |
| |
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
Hierna ter ere van de heilige Moeder van God: Ave Regina caelorum, bladz. 201.
¶ Tot en met de Vespers van Woensdag in de Goede Week bidt men de Lauden en Vespers tot het Kapittel zoals voor de betreffende weekdagen is aangegeven; van het Kapittel af kan men zowel Lauden als Vespers bidden zoals op Palmzondag. - In de Lauden als eerste psalm: Miserere mei Deus.
|
|