| |
Getijden op de tweede zondag van de vasten
¶ Op Zaterdag voor de tweede Zondag van de Vasten zijn de Vespers tot het Kapittel zoals op Zaterdag, bladz. 217; van het Kapittel af kan men de Vespers bidden zoals op de tweede Zondag, bladz. 616.
| |
De lauden
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
DOMINE, * labia mea aperies, et os meum annuntiabit laudem tuam. |
HEER, * open mijn lippen, en mijn mond zal uw lof verkondigen. |
De psalm Miserere mei Deus en de volgende zoals op Zondag, bladz. 107.
2 Ant. Introite * portas Domini in confessione, atria ejus in hymnis. |
2 Ant. Gaat de poorten des Heren binnen * met een loflied, zijn voorhoven met lofgezang. |
3 Ant. Factus est * adjutor meus Deus meus. |
3 Ant. Mijn God * is mij tot hulp geworden. |
4 Ant. Trium puerorum * cantemus hymnum, quem cantabant in camino ignis, benedicentes Dominum. |
4 Ant. Laat ons zingen * het loflied van de drie jongelingen, dat zij zongen in de vuuroven, lovend den Heer. |
5 Ant. Statuit ea * in aeter- |
5 Ant. Hij heeft de hemelen |
| |
| |
bevestigd * voor immer en tot in eeuwigheid; hun een regel gesteld, welke zij niet overtreden. |
num, et in saeculum saeculi: praeceptum posuit, et non praeteribit. |
| |
Kapittel 1 Thess. 4, 1
Broeders, wij bidden en smeken u in den Heer Jesus, dat, gelijk gij van ons hebt geleerd hoe gij moet wandelen en aan God behagen, gij aldus moogt wandelen om nog rijkere vrucht te dragen. ℟. Gode zij dank. |
Fratres: Rogamus vos, et obsecramus in Domino Jesu: ut, quemadmodum accepistis a nobis, quomodo vos oportet ambulare et placere Deo, sic et ambuletis, ut abundetis magis. ℟. Deo gratias. |
Lofzang Jam, Christe, sol justitiae met het volgende vers, bladz. 608.
Ant. Jesus nam * zijn leerlingen mede, besteeg de berg, en werd voor hun ogen van gedaante veranderd. |
Ant. Assumpsit Jesus * discipulos suos, et ascendit in montem, et transfiguratus est ante eos. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
|
Laat ons bidden. - God, die ziet hoe alle kracht ons ontbreekt, wil ons inwendig en uitwendig beschermen; opdat wij in het lichaam tegen alle onheilen beschermd worden, en in de geest van kwade gedachten worden gereinigd. Door onzen Heer. |
Oremus. - Deus, qui conspicis omni nos virtute destitui: interius exteriusque custodi; ut ab omnibus adversitatibus muniamur in corpore, et a pravis cogitationibus mundemur in mente. Per Dominum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
| |
De vespers
Tot het Kapittel zijn de Vespers zoals op gewone Zondagen, bladz. 187.
| |
Kapittel 1 Thess. 4, 1
BROEDERS, wij bidden en smeken u in den Heer Jesus, dat, gelijk gij van ons hebt geleerd hoe gij moet wandelen en aan God behagen, gij aldus moogt wandelen om nog rijkere vrucht te dragen. ℟. Gode zij dank. |
FRATRES: Rogamus vos, et obsecramus in Domino Jesu: ut, quemadmodum accepistis a nobis, quomodo vos oportet ambulare et placere Deo, sic et ambuletis, ut abundetis magis. ℟. Deo gratias. |
| |
| |
Lofzang Audi, benigne Conditor met het volgende vers, bladz. 610.
Ant. Visionem quam vidistis * nemini dixeritis, donec a mortuis resurgat Filius hominis. |
Ant. Spreekt met niemand * over het gezicht dat gij hebt aanschouwd, totdat de Zoon des mensen uit de doden zal zijn opgestaan. |
Lofzang Magnificat, bladz. 189.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, qui conspicis omni nos virtute destitui, interius exteriusque custodi; ut ab omnibus adversitatibus muniamur in corpore, et a pravis cogitationibus mundemur in mente. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - God, die ziet hoe alle kracht ons ontbreekt, wil ons inwendig en uitwendig beschermen; opdat wij in het lichaam tegen alle onheilen beschermd worden, en in de geest van kwade gedachten worden gereinigd. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
Hierna bidt men ter ere van de heilige Moeder van God: Ave Regina caelorum, bladz. 201.
¶ Gedurende de tweede week van de Vasten, tot en met de Lauden van Zaterdag, bidt men de Lauden en Vespers tot het Kapittel zoals voor de betreffende weekdagen is aangegeven; van het Kapittel af kan men zowel Lauden als Vespers bidden zoals op de tweede Zondag van de Vasten. - In de Lauden als eerste psalm: Miserere mei Deus.
|
|